29 754 Terrorismebestrijding

Nr. 469 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 september 2018

De vaste Kamercommissie voor Justitie en Veiligheid heeft mij verzocht de Tweede Kamer op de hoogte te houden van de ontwikkelingen naar aanleiding van de steekpartij op Amsterdam Centraal Station op 31 augustus 2018, zodra dat vanwege het lopende onderzoek mogelijk is. Tevens hebben de leden Rutte en Becker (beide VVD) Kamervragen gesteld over het bericht «Duitse inlichtingendienst getipt dat Jawed S. radicaliseerde». Met deze brief kom ik tegemoet aan het VKC-verzoek. Ook stuur ik u seperaat de antwoorden op de gestelde Kamervragen (Aanhangsel Handelingen II 2017/18, nr. 3187).

Stand van zaken onderzoek

Op vrijdagmiddag 31 augustus 2018 werden twee personen neergestoken op het Centraal Station in Amsterdam. Hoewel bij deze aanslag twee slachtoffers te betreuren zijn, is door zeer alert en professioneel optreden van de politie erger voorkomen. Maandag 3 september 2018 is de verdachte Jawed S. voorgeleid aan de rechter-commissaris. De officier van justitie heeft de inbewaringstelling voor een periode van veertien dagen gevorderd. De rechter-commissaris heeft die vordering toegewezen.

De verdachte, een 19-jarige uit Afghanistan afkomstige asielzoeker in Duitsland, is, zo blijkt uit het onderzoek, op vrijdagmorgen 31 augustus 2018 kort voor het middaguur met een internationale trein vanuit Duitsland aangekomen op het Centraal Station in Amsterdam. Kort na het middaguur stak hij twee mannen neer. Hij heeft, zo heeft hij verklaard, de slachtoffers willekeurig gekozen. De politie heeft de man neergeschoten en vervolgens aangehouden.

Op verzoek van het Nederlandse Openbaar Ministerie (OM) hebben de Duitse autoriteiten de woning van de verdachte in Duitsland doorzocht. Diverse gegevensdragers zijn voor nader onderzoek inbeslaggenomen. Uit de verklaringen die de verdachte tot nu toe heeft afgelegd, wordt duidelijk dat de man een terroristisch motief had bij het plegen van zijn daden en dat hij daarvoor naar Nederland is gekomen. Er is tot nu toe geen aanwijzing dat de verdachte met anderen heeft samengewerkt. Er wordt onderzoek gedaan naar de geestelijke gesteldheid van de verdachte.

Internationale informatie-uitwisseling

Uw Kamer heeft in een reactie op de gebeurtenissen in Amsterdam het belang benadrukt dat signalen van radicalisering internationaal worden gedeeld. Het belang van snelle en volledige informatie-uitwisseling onderschrijf ik volledig. Het delen van informatie is immers van groot belang voor het tijdig detecteren van potentiële terroristen en het treffen van passende maatregelen. De afgelopen jaren is door Nederland, andere Europese- en derde landen hard gewerkt aan de versterking van internationale informatie-uitwisseling ten behoeve van signalering en detectie van personen. Niet ieder signaal van vermeende radicalisering wordt internationaal gedeeld. De operationele diensten maken een eigen afweging wanneer welke informatie gedeeld moet en kan worden binnen geldende wettelijke kaders1. In Duitsland kwam Jawed S. – voor zover nu bekend – niet voor in de systemen als persoon waar een geweldsdreiging van uitging.

In de directe nasleep van de aanslag hebben de operationele diensten in Nederland informatie gedeeld en binnen de wettelijke kaders samengewerkt met Duitsland en de Verenigde Staten. Snel nadat op vrijdagmiddag duidelijk werd dat de slachtoffers Amerikaans waren, is contact geweest met Amerikaanse overheidsinstanties. Inzet van Nederland is dat deze samenwerking gedurende het strafrechtelijk onderzoek wordt gecontinueerd.

Tot slot

Deze gebeurtenis illustreert het huidige dreigingsbeeld. Het dreigingsniveau staat op niveau 4 («substantieel»). Dat betekent dat de kans op een aanslag reëel is. De werkwijze bij deze aanslag is vergelijkbaar met modus operandi bij aanslagen in andere Europese landen. In 2017 en 2018 werd Europa vaak geconfronteerd met eenmansacties met eenvoudige aanslagmiddelen.

Er worden in Nederland tal van zichtbare en onzichtbare veiligheidsmaatregelen genomen passend bij het dreigingsniveau. De aanslag op Amsterdam CS geeft geen aanleiding om het dreigingsniveau te verhogen of om extra beveiligingsmaatregelen te treffen. Het huidige dreigingsniveau vereist voortdurende alertheid. Vanzelfsprekend wordt naar aanleiding van de steekpartij gekeken of er lessen kunnen worden geleerd voor de toekomst.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Zie voor een overzicht van de toepasselijke wet- en regelgeving in Nederland de TK-brief «gegevensuitwisseling terrorismebestrijding», dd 13 juni 2018, Kamerstuk 29 754, nr. 450.

Naar boven