29 754 Terrorismebestrijding

27 925 Bestrijding internationaal terrorisme

Nr. 404 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 november 2016

In het Algemeen Overleg terrorismebestrijding van 7 september jongstleden (Kamerstukken 29 754 en 27 925, nr. 396) heb ik aangegeven uw Kamer nader te informeren over de gang van zaken rondom de SIS-signalering van betrokkene en het moment van het uitvaardigen van een Europees Aanhoudingsbevel in de onderstaande casus. Met deze brief geef ik invulling aan deze toezegging.

De leden Pechtold en Swinkels hebben naar aanleiding van mijn eerdere antwoorden (Aanhangsel Handelingen II 2015/16, nr. 3440) schriftelijke vervolgvragen gesteld. De antwoorden op deze vragen heb ik als bijlage bij deze brief gevoegd (Aanhangsel Handelingen II 2016/17, nr. 396).

Voorliggende casus

Voorliggende casus handelt om een uitreispoging waarbij de betrokkene op 27 februari 2016 tijdens de schorsing van zijn voorlopige hechtenis door gebruik te maken van zijn Nederlandse identiteitskaart van Duitsland (Düsseldorf) naar Istanbul en van daaruit naar Sofia in Bulgarije is gereisd, alwaar hij op zondag 28 februari in de ochtend aankwam. Betrokkene is vervolgens op 13 mei 2016 aangehouden in Ankara en op 28 juni 2016 aan de Nederlandse autoriteiten overgedragen. Momenteel zit betrokkene gedetineerd, de behandeling van zijn strafzaak is voorzien later dit najaar.

Betrokkene stond vanaf het moment dat hij als potentiële uitreiziger gekwalificeerd werd, gesignaleerd in het Schengen Informatiesysteem (SIS) door middel van een signalering conform artikel 36 SIS-II besluit. Deze signalering was uitgevaardigd door het Openbaar Ministerie. Het betrof een signalering voor onopvallende controle, met als doel informatie te verkrijgen over personen of zaken wanneer dat met het oog op de vervolging van strafbare feiten en ter voorkoming van gevaar voor de openbare veiligheid nodig is. Een dergelijke signalering ziet op het verzamelen van informatie, niet op het aanhouden of vasthouden van de betreffende persoon. Betrokkene is aan het begin van de avond op 27 februari gecontroleerd door de Duitse autoriteiten. In de nacht van zaterdag 27 op zondag 28 februari is het Nederlandse bureau SIRENE over deze onopvallende controle door het Duitse SIRENE-bureau geïnformeerd.

Bureau SIRENE Nederland zorgt ervoor dat de meldingen die zij ontvangt bij de juiste afdelingen van de politie terecht komen, waar de urgentie van de vervolgacties wordt bepaald. Bureau SIRENE is 24 uur per dag, 7 dagen per week bezet om dergelijke meldingen te kunnen ontvangen of uit te sturen naar andere lidstaten. Ook op de bewuste avond was bureau SIRENE afdoende bezet.

In onderhavige casus heeft het Nederlandse bureau SIRENE, na het ontvangen van de melding, conform de toen bestaande instructie getracht contact te krijgen met de Inlichtingendienst van de Landelijke Eenheid van de politie en het team Contra-Terrorisme, Extremisme en Radicalisering (CTER) van de Landelijke Eenheid van de politie. Door een telefonische storing in de 088-nummers op een interne server van de politie bleek dit contact op dat moment niet mogelijk te zijn. Na het constateren van deze telefonische storing is direct gestart met het werken aan een oplossing. Op zondag 28 februari om 12.00 uur was de storing definitief verholpen. Vanwege de telefonische storing heeft bureau SIRENE zaterdagnacht 27 februari de informatie per e-mail aan de betreffende afdeling gestuurd. Deze e-mail is op maandagochtend 29 februari gelezen door het team Contra-Terrorisme, Extremisme en Radicalisering (CTER) die daarop de officier van justitie heeft geïnformeerd. Nadat de officier van justitie over de melding was geïnformeerd, heeft deze een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd. Het EAB is in de middag van maandag 29 februari uitgestuurd, waarbij ook de signalering voor onopvallende controle werd omgezet in een signalering ter fine van aanhouding.

Genomen maatregelen

Zoals in de brief naar aanleiding van de aanslagen in Brussel op 22 maart jl. is aangegeven (Kamerstukken 29 754 en 27 925, nr. 367), zet Nederland in op alert en assertief handelen om zeker te stellen dat elke organisatie de acties uitvoert die op dat moment verwacht mogen worden. Dit vergt een constante bereidheid informatie te delen, een proactieve houding van alle diensten en functionarissen, en een bereidheid te reflecteren op de aanpak bij elk incident. Deze casus onderstreept verder het belang van een proactieve en alerte houding. Voor deze casus zijn de volgende genomen maatregelen relevant:

  • De korpsleiding van de politie heeft eerder dit jaar naar aanleiding van de casus El Bakraoui en de daarover gevoerde debatten de werkwijze rondom de internationale informatie-uitwisseling geëvalueerd en maatregelen genomen om de bereikbaarheid van de betrokken afdelingen van de politie te waarborgen, ook in geval van een technische storing. De noodzaak om een melding in direct contact en niet alleen per e-mail – eveneens bij een storing – door te geven is daarbij opnieuw onder de aandacht van de betreffende afdelingen gebracht.

  • Het Openbaar Ministerie heeft aangegeven voortaan in beginsel preventief een Europees Aanhoudingsbevel uit te vaardigen tegen terrorismeverdachten die met schorsende voorwaarden van (voorlopige) hechtenis zijn ontheven. Dit maakt het mogelijk verdachten – als deze zich buiten Nederland bevinden – direct aan te houden door de buitenlandse autoriteiten omdat de schorsingsvoorwaarden worden overtreden. Ook wordt daarbij een signalering ter fine van aanhouding ingezet. Hierdoor kunnen de (buitenlandse) autoriteiten direct acteren bij het aantreffen van dergelijke verdachten.

  • In Europees verband wordt gewerkt aan het verbeteren van informatie-uitwisseling middels de Europese Routekaart voor het verbeteren van informatie-uitwisseling en informatiebeheer op het gebied van justitie en binnenlandse zaken. 1 Om het mogelijk te maken dat een persoon ook tijdelijk kan worden opgehouden of in voorlopige hechtenis kan worden geplaatst, is in de Routekaart opgenomen dat het SIS-II moet worden aangepast. Hiertoe wordt in 2017 een concreet voorstel voor de vormgeving in het SIS II verwacht. Ook wordt in het kader van de Routekaart gesproken over een technische oplossing die het automatisch doorgeven van een hit in het SIS mogelijk maakt als onmiddellijke actie vereist is.

Ik ga er van uit dat na de maatregelen die we in de afgelopen maanden getroffen hebben, in een vergelijkbare casus nu anders gehandeld wordt.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur


X Noot
1

Kamerstukken 27 925 en 29 754, nr. 595

Naar boven