nr. 163
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 juni 2009
In deze brief informeer ik u over de toezeggingen die ik aan uw Kamer
heb gedaan tijdens het Algemeen Overleg over het Actieplan Polarisatie en
Radicalisering van 19 maart jl. (kamerstuk 29 754, nr. 147) Tevens
wil ik u informeren over de voortgang ten aanzien van de motie van het kamerlid Çörüz,
ingediend bij het Verslag Algemeen Overleg op 22 april jl. (Handelingen
der Kamer II, vergaderjaar 2008–2009, nr. 80, blz. 6198–6200)
Publicatie «Islam binnen de Dijken»
Tijdens het Algemeen Overleg ging het kamerlid Brinkman de discussie aan
over de publicatie «Islam binnen de dijken» en over de rol die
deze speelt in het beleid ter ondersteuning van gemeenten bij de aanpak van
polarisatie en radicalisering. Ik heb toegezegd uw Kamer te berichten over
mijn oordeel over dit boekje.
De publicatie «Islam binnen de dijken, gids voor gemeentebeleid
inzake islam, sociale cohesie en de-radicalisering» is door de hoogleraar
Maurits Berger opgesteld, in opdracht van het instituut voor multiculturele
ontwikkeling, FORUM. Zoals ik ook in het Algemeen Overleg aangaf, is deze
gids onafhankelijk opgesteld. Er was geen inhoudelijke betrokkenheid vanuit
het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, noch vanuit
het ministerie van Wonen, Werken en Integratie (WWI). De publicatie is door
FORUM zelf verspreid onder de 30 grotere gemeenten.
Het boekje «Islam binnen de Dijken» geeft een overzicht van
de mogelijke beleidsvragen die gemeenten hebben t.a.v. moslims. Daarnaast
geeft het feitelijke informatie over de religieuze en etnische achtergrond
van moslims in Nederland en over hun sociaal-economische positie. De auteur
pleit ervoor dat gemeentelijke beleidsmedewerkers zich eerst een goed beeld
vormen van de problematiek op het terrein van sociale cohesie en radicalisering,
alvorens over te gaan tot het uitstippelen van beleid. Tot slot
wordt expliciet gemeld dat het boek niet is bedoeld om bepaalde vormen van
beleid aan te bevelen of af te keuren.
Naar mijn mening is dit boekje een nuttig instrument voor reflectie op
dit beleidsterrein. Ik ben het niet eens met de heer Brinkman dat de auteur
zelf oordelen velt over bijvoorbeeld het meten-met-twee-maten in het Westers
Midden-Oostenbeleid (p.53). De auteur stelt slechts dat veel moslims deze
perceptie hebben, en dat dit voor hen een bron van anti-westerse frustratie
is. Juist omdat het boek aspecten van de problematiek behandelt zonder inhoudelijke
(beleids)voorkeuren uit te spreken, biedt het mijns inziens een goed handvat
voor lokale beleidsmakers.
Overigens is dit boekje slechts één van de middelen die
gemeenten kunnen benutten. Het Tweeluik over de scheiding Kerk-Staat, dat
ik samen met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten heb laten ontwikkelen,
en de recent verschenen Wegwijzer Façadepolitiek bieden ook handreikingen
voor het lokale beleid. Daarnaast kunnen lokale partners advies op maat verkrijgen
bij het Kennis- en Adviescentrum Polarisatie en Radicalisering,
Nuansa en bij het Expertisecentrum Religie en
Samenleving van FORUM.
Evaluatie Slotervaart
Tijdens het Algemeen Overleg vroeg het kamerlid Kuiken naar de effectiviteit
van de activiteiten gericht tegen polarisatie en radicalisering. In reactie
hierop heb ik toegezegd uw Kamer het evaluatierapport over het beleid van
het stadsdeel Amsterdam-Slotervaart toe te zenden. Slotervaart was, zoals
bekend, een van de eerste aanvragers van financiële ondersteuning voor
een radicaliseringsaanpak. Het stadsdeel functioneert ook als landelijke pilot
voor de opzet van een lokale aanpak. Het evaluatierapport is hierbij gevoegd.1 Overigens is dit rapport, samen met andere evaluatiestudies,
ook te vinden op de site van het Kennis- en Adviescentrum
Polarisatie en Radicalisering, Nuansa, www.nuansa.nl
De evaluatie van Slotervaart laat zien dat de aanpak vruchten afwerpt.
Bewustwording en kennis over radicalisering zijn vergroot, competenties van
professionals en jongeren zijn versterkt, en het stadsdeel is adequaat toegerust
om te reageren op gebeurtenissen met een hoog risico en maatschappelijke onrust.
Dit alles draagt ertoe bij dat het stadsdeel veel minder aantrekkelijk is
geworden voor radicaliseringsinvloeden.
De ervaringen in Slotervaart leren dat een succesvolle lokale aanpak staat
of valt met krachtige regie van het lokale bestuur. Om de problematiek in
de volle breedte aan te pakken, is het cruciaal dat het lokale bestuur erin
slaagt om effectieve samenwerkingsverbanden te smeden en vertrouwen te kweken.
Het gaat erom de handen op elkaar te krijgen én te houden voor een
brede aanpak van zowel preventie als signalering en interventie. Concreet
identificeert het rapport een aantal «good practices» waarvan
anderen kunnen leren, zoals:
– Het expliciteren van de eigen visie en zorgen dat deze breed wordt
gedragen.
– De radicaliseringsdeskundige als cruciale schakel tussen het beleidsproces
en de uitvoering in de praktijk.
– Investeren in een informeel netwerk van sleutelfiguren voor uitwisseling
van signalen en samenwerking bij interventies.
– Toegesneden trainingen voor professionals in het onderwijs, jongerenwerk
en jeugdhulpverlening.
– Zorg dragen voor de borging door inbedding in het reguliere veiligheids-
en jeugdbeleid.
Deze opgedane ervaringen worden onder meer via Nuansa gedeeld met andere
gemeenten.
Motie van het kamerlid Çörüz
Tot slot wil ik uw Kamer informeren over de motie die het kamerlid Çörüz
tijdens het Verslag Algemeen Overleg op 22 april 2009 indiende over het
aanpassen van het beoordelingsproces voor het verkrijgen van een wapenvergunning
(kamerstuk 29 754, nr. 155).
De uitvoering van deze motie vereist nauwe samenspraak met de minister
van Justitie en met de politie. Ik overleg momenteel met deze partners en
bericht uw Kamer na het zomerreces over de resultaten.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
G. ter Horst