Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 maart 2018
In navolging op mijn brief over de «Regio Envelop opgave Rotterdam Zuid» (Kamerstuk
29 697, nr. 40) informeer ik u, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
over de hoogte van het bedrag dat het kabinet reserveert voor een Regiodeal met de
gemeente Rotterdam ten behoeve van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid. Het kabinet
heeft de ambitie om de gebiedsgerichte aanpak tussen Rijk en regio’s verder te versterken.
In het Regeerakkoord zijn zes opgaven specifiek benoemd. Deze opgaven worden met voorrang
uitgewerkt en tot besluitvorming gebracht. Rotterdam Zuid is een van deze opgaven.
In 2011 is door de gemeente Rotterdam, (semi)private partijen (scholen, bedrijven,
corporaties) en de rijksoverheid het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ) gestart.
De doelstelling is om Rotterdam Zuid met de uitvoering van een samenhangend pakket
van maatregelen, gericht op onderwijs(achterstanden), werk(loosheid), wonen (verpaupering
en verduurzaming), (on)veiligheid/ondermijnende criminaliteit en cultuur in de periode
tot 2030 vanuit een forse achterstandspositie naar het gemiddelde niveau van de G4
te krijgen. De omvang en complexiteit van de opgave vragen om een aanpak waarin de
verschillende partijen zo goed mogelijk met elkaar samen werken.
Het kabinet draagt graag bij aan de ambitie van Rotterdam om een structurele verbetering
van de positie van de bewoners en het gebied te realiseren en reserveert daarom € 130
miljoen voor de aanpak van de opgaven van Rotterdam Zuid, onder de voorwaarde van
evenredige cofinanciering door de gemeente Rotterdam. Tot het zomerreces bereiden
Rijk, gemeente Rotterdam, bedrijfsleven, maatschappelijke en kennisinstellingen samen
een Regiodeal voor, waarin projecten en bestedingsplannen nader zijn uitgewerkt. De
besteding van de middelen wordt vooraf getoetst op doelmatigheid en doeltreffendheid.
Als we samen optrekken als overheden, en daarbij ook verbindingen maken met bedrijven,
kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties, zijn we effectiever in het oppakken
van onze maatschappelijk opgaven.
Met de bijdrage van het Rijk krijgt het NPRZ een nieuwe impuls, waarbij de insteek
is dat deze mede een hefboomwerking zal hebben op de investeringen van andere publieke
en private partners. Ik zie uit naar het verstevigen van de samenwerking tussen Rijk
en regio in de komende periode.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten