Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 maart 2012
Tijdens het Algemeen Overleg over de Gezondheidsnota op 5 maart jl. heb ik de Kamer
een brief toegezegd waarin ik verduidelijk hoever de dekking van dieetadvisering in
de zorgverzekering gaat met daarbij in het bijzonder de positie van kinderen. Met
deze brief kom ik die toezegging na.
In mijn brief van 28 juni 2011 (Kamerstuk 29 689, nr. 347) heb ik uiteengezet dat specialistische dieetadvisering per 1 januari 2012 niet langer
een verzekerde prestatie is ten laste van de zorgverzekering. De uitzondering daarop
is dieetadvisering die wordt gegeven als onderdeel van gecoördineerde multidisciplinaire
zorg (GMZ) in het geval van COPD, diabetes type 2, of cardio vasculair risico.
Maximum van de aanspraak
Het Besluit Zvw bepaalt dat men recht heeft op de in de wet genoemde zorgvormen voor
zover men daar naar aard en inhoud redelijkerwijs op is aangewezen. Dat betekent in
het geval van GMZ dat men recht heeft op die hoeveelheid dieetadvisering die, uitgaande
van de zorgstandaard, in het individuele zorgplan is opgenomen.
Per persoon kan die hoeveelheid verschillen waarbij geldt dat er niet meer dan vier
uur per persoon per jaar als verzekerde prestatie kan gelden. Het gemiddeld benodigd
aantal uren dieetadvisering in de populatie van een zorggroep is in veel gevallen
onderdeel van de overeenkomsten die met de zorgverzekeraars is overeengekomen.
Kinderen
Bij de gemaakte uitzondering voor GMZ is geen onderscheid gemaakt tussen kinderen
en volwassenen. In principe is dieetadvisering dus ook verzekerde zorg voor kinderen
met diabetes mellitus, COPD of een cardio vasculair risico.
Tijdens het algemeen overleg ontstond enige onduidelijkheid over de reikwijdte van
de dieetmaatregel voor kinderen. In de zorgstandaard voor diabetes type 2 staat expliciet
dat deze geen betrekking heeft op kinderen. Aangezien de behandeling volgens de zorgstandaard
het criterium is of er wel of niet sprake is van GMZ, zouden kinderen met diabetes
type 2 de facto dus geen aanspraak op dieetadvisering hebben in het kader van GMZ.
Omdat het nauwelijks voorkomt dat kinderen (onder de 18 jr) aan diabetes type 2 lijden
heeft dit in de praktijk weinig betekenis. In verreweg de meeste gevallen lijden kinderen
met diabetes aan type 1. Zij worden behandeld in het ziekenhuis. Voor zover daar dieetadvisering
aan te pas komt wordt deze door het ziekenhuis verstrekt en deze dieetadvisering is
onder de verzekerde prestaties gebleven.
Zolang de zorgstandaard voor diabetes type 2 nog niet voorziet in de behandeling van
kinderen is voor de zeldzame gevallen van kinderen met diabetes type 2 dezelfde weg
aangewezen als voor kinderen met type 1, namelijk tweedelijns zorg.
In de zorgstandaarden voor COPD en Vasculair Risico Management zijn kinderen niet
uitgezonderd, dus voor hen speelt de nadere inperking van het GMZ-criterium niet,
al geldt ook hier dat er nauwelijks kinderen zijn met een indicatie voor deze twee
vormen van ketenzorg.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. I. Schippers