Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 oktober 2022
In april 2022 is de motie van de leden Van den Berg (CDA) en Hijink (SP) aangenomen
(Handelingen II 2021/22, nr. 71, item 18) die de regering verzoekt om samen met de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) te verkennen
wat de mogelijkheden in wet- en regelgeving zijn om de definitie rondom nagenoeg gelijke
polissen aan te passen om hiermee het polisaanbod overzichtelijker te maken (zie Kamerstuk
35 872, nr. 10).
In deze brief stuur ik u mijn reactie op deze motie. Tot mijn spijt is deze per abuis
niet opgenomen in de brief van 11 oktober jl. met daarin de stand van zaken van de
moties en toezeggingen waarover de Kamer voor de begrotingsbehandeling geïnformeerd
wordt.
Ik vind het belangrijk dat er voor verzekerden écht iets te kiezen valt op de zorgverzekeringsmarkt.
Verschillen tussen polissen moeten daarbij duidelijk zijn voor verzekerden. Nagenoeg
gelijke polissen («tweelingpolissen») maken het voor een verzekerde onnodig ingewikkeld
om een zorgverzekering te kiezen. Zoals de motie verzocht ben ik in gesprek gegaan
met de NZa hierover. De NZa heeft het voornemen om de informatieverplichtingen voor
zorgverzekeraars die gelden ten aanzien van «tweelingpolissen» aan te scherpen. Dat
betekent dat het voor verzekerden beter inzichtelijk wordt wanneer er een vergelijkbare
polis is. Dat gebeurt op de volgende wijze.
Het huidige artikel 7 van de «Regeling informatieverstrekking ziektekostenverzekeraars
aan consumenten» (TH/NR-022) schrijft voor dat een zorgverzekeraar de modelovereenkomsten
(polissen), die voor wat betreft de te verzekeren prestaties en de keuzemogelijkheden
tussen zorgaanbieders (nagenoeg) gelijk zijn aan elkaar, maar op andere punten van
elkaar verschillen, opneemt in een overzicht. In dit overzicht, dat het aanbod van
het hele concern omvat waartoe de zorgverzekeraar behoort, worden de verschillen in
deze polissen benoemd. Deze informatieverplichting zal door de NZa per 1 april 2023
worden aangescherpt.
Een zorgverzekeraar die bijvoorbeeld twee polissen aanbiedt die alleen beperkt verschillen
in het vergoedingspercentage voor niet-gecontracteerde zorg of weinig verschil kennen
in het aantal gecontracteerde zorgaanbieders, zal vanaf 1 april 2023 verzekerden er
dus in hetzelfde overzicht op moeten wijzen dat er een alternatief is. Op deze manier
wordt uitvoering gegeven aan de motie van de leden Van den Berg (CDA) en Hijink (SP).
De aanpassing van de regeling van de NZa steunt ik van harte, omdat het zo voor verzekerden
beter inzichtelijk wordt dat er een vergelijkbaar, en wellicht goedkoper, alternatief
is. In meer algemene zin moedig ik zorgverzekeraars aan – zoals beschreven in de brief
van 5 april jl. (zie Kamerstuk 29 689, nr. 1142) – om oog te blijven hebben voor de bruikbaarheid van de door verzekeraars verstrekte
informatie rondom (nagenoeg) gelijke polissen. Ook wil ik opmerken dat de zorgverzekeringsmarkt
een concurrentiële markt is. Dat betekent dat de mogelijkheden tot beperking van het
aanbod van zorgverzekeringen via wetgeving beperkt zijn. Want van zo een eventuele
wettelijke beperking kan alleen sprake zijn als er een publiek belang in het gedrang
is, de beperking noodzakelijk is én er geen minder ingrijpend alternatief voorhanden
is. Ook in dit opzicht past de aanpassing van de NZa-regelgeving goed.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers