Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 november 2020
Met deze brief informeer ik u over het document «De zorgplicht: handvatten voor zorgverzekeraars»
dat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) op 20 oktober 2020 heeft gepubliceerd. Dit
document is als bijlage toegevoegd1.
Op 19 juni 2020 is de «Gebundelde beleidsreactie op rapporten over faillissementen
MC-groep»2 verzonden naar uw Kamer. In deze beleidsreactie staat onder meer aangegeven, overeenkomstig
de aanbeveling van de commissie Van Manen en de Onderzoeksraad voor Veiligheid, dat
de zorgplicht van zorgverzekeraars verduidelijkt en herijkt moet worden. Dit zodat
de continuïteit van zorg voor patiënten in geval van faillissement beter wordt gegarandeerd.
De NZa heeft in samenwerking met zorgverzekeraars de invulling van de zorgplicht van
zorgverzekeraars scherper omschreven. Dit document is hier het resultaat van en betreft
een duiding. Deze duiding is een hulpmiddel waarmee de NZa duidelijk maakt wat zij
specifiek van zorgverzekeraars verwacht als de toegankelijkheid en continuïteit van
zorg onder druk staan. Dit kan hen helpen bij een bijzondere situatie, maar ook als
een zorgaanbieder failliet dreigt te gaan of als de wachttijden voor bepaalde zorg
structureel oplopen. Wanneer een dergelijke situatie zich voordoet, moeten zorgverzekeraars
zich inspannen om te zorgen dat hun verzekerden kunnen blijven rekenen op tijdige
toegang tot zorg.
Met dit document is weer een stap gezet in het verbeteren van de waarborgen voor de
continuïteit van zorg en het belang van de patiënt dat voorop staat. De NZa geeft
aan dat zorgverzekeraars dat overigens niet alleen kunnen. Samenwerking en coördinatie
tussen zorgverzekeraars, zorgaanbieders en andere partijen, op landelijk en regionaal
niveau, is nodig om de toegankelijkheid en continuïteit van zorg goed te realiseren.
In het kader van de rol van zorgaanbieders ben ik onder meer met de Inspectie Gezondheidszorg
en Jeugd (IGJ) in gesprek om ook de zorgplicht van zorgaanbieders nader te duiden.
Ik zal hier op een later moment op terugkomen.
De Minister voor Medische Zorg, T. van Ark