29 683 Dierziektebeleid

Nr. 117 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 februari 2012

Met deze brief wil ik u informeren over de recente ontwikkelingen met betrekking tot het Schmallenbergvirus.

Situatie in Nederland

Tot en met 8 februari 2012 zijn er 450 bedrijven gemeld met verschijnselen die kunnen wijzen op een besmetting met het Schmallenbergvirus. Daarbij ging het om 261 rundvee-, 168 schapen- en 21 geitenbedrijven. Tot nu toe zijn 194 rundvee-, 146 schapen- en 19 geitenbedrijven onderzocht, waarbij op 3 rundvee-, 88 schapen- en 5 geitenbedrijven het virus daadwerkelijk is aangetoond. Het virus is daarmee op 96 bedrijven aangetoond en op 263 bedrijven niet aangetoond. Op de overige 91 bedrijven loopt het onderzoek nog. Het aantal meldingen op rundveebedrijven neemt de laatste weken toe ten opzichte van het aantal meldingen op schapenbedrijven, waar juist een afname wordt geconstateerd.

Bevindingen in Europa

In Duitsland is het virus tot en met 7 februari aangetoond op 342 bedrijven. Het betrof 10 rundveebedrijven, 317 schapenbedrijven en 15 geitenbedrijven.

In België is het virus tot en met 6 februari aangetoond op 88 bedrijven. Het betrof 4 rundveebedrijven, 83 schapenbedrijven en 1 geitenbedrijf.

In het noorden van Frankrijk is het virus tot en met 3 februari op 50 schapenbedrijven aangetoond.

In het Verenigd Koninkrijk is het virus tot en met 5 februari op 1 rundveebedrijf, 32 schapenbedrijven en 1 geitenbedrijf in het zuidoosten van het land aangetoond.

Volksgezondheid

Het RIVM geeft aan dat op dit moment op basis van de beschikbare gegevens de kans op infectie van mensen buitengewoon gering is.

Het Centrum Infectieziektebestrijding van het RIVM (RIVM-CIb) heeft de beschikking over twee soorten testen. Een PCR (polymerase chain reaction) voor het aantonen van (delen van) het virus en testen voor het aantonen van antilichamen. Deze testen moeten nog gevalideerd worden voor gebruik bij mensen.

Het RIVM heeft een onderzoeksvoorstel voorbereid om grotere groepen mensen te testen om een indruk te krijgen of mensen bij blootstelling geïnfecteerd kunnen worden met het virus. Dit voorstel wordt volgende week in een Deskundigenberaad Schmallenberg besproken. Dit beraad, waaraan ook buitenlandse experts deel zullen nemen, is door de directeur RIVM-CIb bijeengeroepen om met humane en veterinaire deskundigen te bespreken of er een (theoretisch) risico is voor de mens en welk onderzoek nodig is om hierover uitsluitsel te verkrijgen.

In de antwoorden van Minister Schippers op Kamervragen van het lid Hazekamp (PvdD) over het advies om zwangere vrouwen te waarschuwen voor het Schmallenbergvirus zal het Ministerie van VWS nader ingaan op de advisering aan zwangere vrouwen en anderen. Hoewel er geen aanwijzingen zijn dat dit virus bij mensen ziekte kan veroorzaken, adviseert het RIVM aan werknemers om de gebruikelijke hygiënemaatregelen rondom het werpen van dieren en het afvoeren van kadavers strikt te hanteren.

Uit voorzorg adviseert het RIVM aan zwangeren om geen verloskundige handelingen uit te voeren op bedrijven met verdenking van de aanwezigheid van het Schmallenbergvirus. Het is niet nodig dat zwangeren besmette bedrijven mijden.

Naast plaatselijke bestuurders worden ook GGD’en door resp. EL&I en de NVWA op de hoogte gesteld van besmette bedrijfslocaties.

Export

Een toenemend aantal landen sluit haar grenzen voor herkauwers en/of genetisch materiaal daarvan. Ook stelt een toenemend aantal landen vragen over het Schmallenbergvirus. Landen die vragen stellen en hun grenzen sluiten, bevinden zich voornamelijk in Noord-Afrika, het Midden-Oosten en de Russische Federatie en enkele omliggende landen, zoals Oekraïne en Moldavië.

De Russische Federatie heeft per 1 februari haar importrestrictie voor kleine levende herkauwers en het genetisch materiaal, vlees en slachtbijproducten daarvan, uitgebreid met een importverbod op levende runderen en genetisch materiaal daarvan. Zij is daarmee het meest uitgebreid in haar restrictie.

Meldplicht Schmallenberg virus

Met ingang van donderdag 2 februari 2012 is de meldplicht van het Schmallenbergvirus uitgebreid met alle vondsten van een besmetting met het virus op basis van onderzoek van (bloed)monsters. Aanleiding hiervoor is het beschikbaar komen van een aanvullende testprocedure die veehouders de mogelijkheid biedt om bloed van hun dieren te laten testen op de aanwezigheid van het virus. Hierdoor kan het aantal positieve bedrijven verder oplopen.

Tot nu toe gold de meldplicht alleen voor klinische verschijnselen die kunnen wijzen op de aanwezigheid van het virus, namelijk misvormde nieuwgeboren herkauwers. De kans dat op dit moment in het bloed van volwassen dieren nog virus aangetroffen wordt, is overigens klein aangezien de klinische verschijnselen die nu worden waargenomen het gevolg zijn van een infectie die al enkele maanden geleden heeft plaatsgevonden.

Internationale informatie-uitwisseling

Het Schmallenbergvirus is actief geagendeerd (geweest) in diverse bijeenkomsten van bijv. het Standing Committee on The Food Chain and Animal Health, op de Landbouw en Visserij Raad van 23 januari 2012, het overleg van de Chief Veterinary Officers van 25 januari 2012 en in diverse bilaterale overleggen op politiek dan wel (veterinair) ambtelijk niveau.

Op 9 februari organiseert de World Organisation for Animal Health (OIE) een expertmeeting. Daar wordt onder andere gesproken over de wijze waarop de door het virus getroffen landen hun internationale handel op een veilige manier doorgang kunnen laten vinden.

Ik zal uw Kamer op de hoogte houden van de verdere ontwikkelingen.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker

Naar boven