29 675 Zee- en kustvisserij

Nr. 126 MOTIE VAN HET LID KOPPEJAN C.S.

Voorgesteld 30 juni 2011

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat in het bijzonder bij de typisch Nederlandse gemengde visserij bijvangsten (discards) ontstaan, welke bij de huidige stand der techniek nog onvermijdelijk zijn;

overwegende, dat veel winst in het reduceren van bijvangsten te behalen is door regelgeving aan te passen (pulskor permanent toe te laten, de beperking van zeedagen voor grotere mazen in het kabeljauwherstelplan te adresseren);

overwegende, dat de Kamer een behandelvoorbehoud heeft geplaatst op de wetgevingsvoorstellen gemeenschappelijk visserijbeleid;

verzoekt de regering in gezamenlijkheid met de sector onderzoek uit te voeren naar de huidige cijfers van de overleving van bijvangsten voor verschillende soorten, en naar de ecologische en economische consequenties van een discardban;

verzoekt de regering naast het eerder gestelde in de motie-Koopmans c.s. (21 501-32, nr. 462), gezamenlijk met de sector oplossingen te zoeken, onder meer door innovatie en de aanpassing van regelgeving;

verzoekt de regering tevens niet in te stemmen met een discardban op basis van een «nulpercentage» aan discards en geen onomkeerbare besluiten te nemen, alvorens de Kamer middels een BNC-fiche is geïnformeerd en met de Kamer is gedebatteerd,

en gaat over tot de orde van de dag.

Koppejan

Slob

Dijkgraaf

Naar boven