29 653 Het Nederlands buitenlands beleid ten aanzien van Latijns-Amerika en de Cariben

Nr. 44 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 februari 2019

Op 28 januari 2019 hebben de Verenigde Staten nieuwe sancties opgelegd aan Petroleos de Venezuela, S.A. (PdVSA) en daaraan gelieerde bedrijven. Naar aanleiding van berichtgevingen over deze sancties verzocht uw vaste commissie voor Koninkrijksrelaties mij bij brief van 31 januari 2019 om een reactie op de mogelijke consequenties van deze sancties voor het Caribisch deel van het Koninkrijk. Ik kan u hier het volgende over melden.

De sancties van de Verenigde Staten richten zich voornamelijk op financiële transacties waarbij PdVSA en daaraan gelieerde bedrijven betrokken zijn. Er zijn daarbij diverse uitzonderingen gemaakt die de effecten voor het Amerikaanse bedrijfsleven en andere landen zoveel mogelijk moeten verzachten. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken staat hierover in contact met de VS.

De exacte gevolgen voor het Caribisch deel van het Koninkrijk blijven op dit moment lastig in te schatten. Ik wil hier ook niet te veel over speculeren. Wel kan in algemene zin gesteld worden dat PdVSA en de daaraan gelieerde (dochter)bedrijven door de oliesancties van de VS in nog zwaarder weer terechtkomen. Voor wat betreft de leveringszekerheid van brandstoffen kan ik u in ieder geval melden dat ik op dit gebied geen directe problemen verwacht. Alle eilanden beschikken over noodvoorraden om een eventuele verstoring van leveringen op te kunnen vangen. Bovendien hebben alle eilanden via de internationale markt toegang tot een grote verscheidenheid van aanbieders van brandstoffen. Het kabinet houdt de verdere ontwikkelingen uiterst nauwlettend in de gaten. Hierover staan we ook in goed contact met de (lokale) autoriteiten van Aruba, Curaçao en Bonaire.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops

Naar boven