29 614 Grondrechten in een pluriforme samenleving

Nr. 73 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 april 2018

Zoals toegezegd in het Vragenuurtje op dinsdag 24 april jl. (Handelingen II 2017/18, nr. 77, Vragenuur) informeer ik hierbij uw Kamer, mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, over welke vertrouwelijke lijst indertijd aan het onderzoeksteam van WODC/RAND is getoond tijdens het onderzoek «Foreign Financing of Islamic Institutions in The Netherlands» (gepubliceerd in 2015).

Dit is relevant omdat de indruk is ontstaan dat WODC en RAND (die in opdracht van WODC werkte) geen kans is geboden tot vertrouwelijke inzage in de lijsten met financieringsaanvragen.

Ik verwijs uw Kamer graag naar de pagina’s 44 en 45 (bijgevoegd)1 van het rapport Foreign Financing of Islamic Institutions in the Netherlands. Daarin staat dat RAND toegang heeft gekregen tot vertrouwelijk informatie («confidential information») en gegevens («data») over financiering uit de Golfstaten.

Ik verwijs uw Kamer in dit licht graag ook naar de passage op blz. 5 uit de gezamenlijke brief van de Ministers van Buitenlandse Zaken en Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mede namens de Minister van Veiligheid en Justitie die op 5 juli 2016 naar uw Kamer werd verzonden (Kamerstuk 29 614, nr. 50):

«De lijst heeft bovendien gediend als achtergrondinformatie voor een in opdracht van het WODC verschenen rapport, uitgevoerd door RAND Europe, over de haalbaarheid van een onderzoek dat de omvang van de financiële stromen vanuit het buitenland naar moskeeën in Nederland in beeld zou moeten brengen».

Ik kan u voorts informeren dat hetzelfde overzicht met (18) financieringsaanvragen van de periode 2010 t/m 2013 op 12 december 2013 door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is gedeeld met het WODC ten behoeve van het onderzoek dat door RAND in opdracht van WODC werd uitgevoerd.

Additionele informatie, die op 6 juli 2017 ter vertrouwelijke inzage met de Tweede Kamer is gedeeld (Kamerstuk 29 614, nr. 60), is pas geruime tijd na afronding van het onderzoek door RAND door het Ministerie van Buitenlandse Zaken ontvangen.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven