29 614 Grondrechten in een pluriforme samenleving

Nr. 32 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 april 2012

In uw brief van 22 maart 2012 reageert u op mijn eerdere brief van 20 maart 2012 (Aanhangsel Handelingen II 2011/12, nr. 1924) aan de Kamer, waarin het kabinet te kennen geeft de erkenning van het Nedersaksisch niet te zullen opwaarderen van Deel II naar Deel III van het Europees Handvest. In dat verband vraagt u mij om de Raad van Europa nog niet in kennis te stellen van dit besluit.

In antwoord op deze vraag kan ik u meedelen dat de brief van 20 maart 2012 aan de provincie Drenthe gelijktijdig in afschrift is gestuurd aan de Tweede Kamer en in Engelse vertaling is neergelegd bij de Raad van Europa.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J. W. E. Spies

Naar boven