29 544 Arbeidsmarktbeleid

Nr. 647 MOTIE VAN HET LID VAN WEYENBERG

Voorgesteld 2 september 2015

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat jonge werkenden pas op hun 23ste recht hebben op het reguliere wettelijk minimumloon en dat voor 18-jarigen het minimumloon slechts 45,5% van het reguliere wettelijke minimumloon bedraagt;

overwegende dat «gelijk loon voor gelijk werk» een goed uitgangspunt is voor alle werknemers;

verzoekt de regering om, op korte termijn met concrete voorstellen te komen om het wettelijk minimumjeugdloon substantieel te verhogen en meer gelijk te trekken met het reguliere wettelijk minimumloon, en daarbij oog te hebben voor het voorkomen van een negatief effect op de werkgelegenheid, werkloosheid en onderwijsdeelname van jongeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Weyenberg

Naar boven