29 544 ARBEIDSMARKTBELEID

Nr. 439 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 11 maart 2013

Naar aanleiding van de brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 5 februari 2013 (Kamerstuk 29 544, nr. 435), betreffende de voorhangprocedure van het ontwerpbesluit, houdende wijziging van het schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten, hebben enkele fracties binnen de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid de behoefte om de regering enkele vragen en opmerkingen voor te leggen.

De leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid gaan er daarbij vanuit dat de regering geen onomkeerbare stappen neemt, alvorens een reactie op de vragen en opmerkingen is gegeven.

De voorzitter van de commissie, Van der Burg

Adjunct-griffier van de commissie, Lips

I Vragen en opmerkingen

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het ontwerpbesluit tot wijziging van het schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten (Schattingsbesluit) in verband met de Wet beperking ziekteverzuim, en arbeidsongeschiktheid vangnetters en hebben de volgende vragen en opmerkingen.

1.

Ter verduidelijking willen de leden van de VVD-fractie graag weten wat er precies wijzigt in artikel 11a, eerste lid, van het Schattingsbesluit. Waarin verschilt het opgebouwde bedrag van het uitbetaalde bedrag? Wat is de reden achter deze wijziging?

2.

Kan de regering toelichten waarom bepaalde delen van de wet met ingang van 1 juni 2013 in werking treden en andere delen met ingang van 1 juli 2013?

Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie

De leden van de PvdA-fractie hebben kennis genomen van de wijziging van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten. Deze leden hebben nog een enkele vraag over de aanpassing van de dagloonregels van het Schattingsbesluit.

3.

Wat is er veranderd aan de dagloonregels met betrekking de vakantiebijslag, die zouden voortvloeien uit de wijzigingen Wet vereenvoudiging regelingen UWV?

4.

Welke gevolgen hebben de wijzigingen, bedoeld in vraag 3, voor de uitkeringshoogte?

5.

Op welk onderdeel van de Wet vereenvoudiging regelingen UWV wordt de aanpassing van het Schattingsbesluit gebaseerd?

II Antwoord van de minister

Inhoudsopgave

   

Blz.

     

1.

Inleiding

3

2.

Algemeen

3

1. Inleiding

Met belangstelling heeft de regering kennis genomen van het schriftelijke verslag van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid d.d. 20 februari 2013 ter zake van de voorhangprocedure van het ontwerpbesluit, houdende wijziging van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten (hierna: het Schattingsbesluit).

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de wijziging van het Schattingsbesluit en hebben hierover enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de PvdA-fractie hebben kennis genomen van de wijziging van het Schattingsbesluit en hebben nog een enkele vraag over de aanpassing aan de dagloonregels van het Schattingsbesluit.

In deze reactie op het schriftelijke verslag gaat de regering in op de vragen en opmerkingen van de leden van deze fracties, waarbij de volgorde van het verslag is aangehouden.

2. Algemeen

Ter verduidelijking willen de leden van de VVD-fractie graag weten wat er precies wijzigt in artikel 11a, eerste lid, van het Schattingsbesluit. Deze leden vragen waarin het opgebouwde bedrag van het uitbetaalde bedrag verschilt. Wat is de reden achter deze wijziging, zo vragen deze leden.

In artikel 11a van het Schattingsbesluit is geregeld op welke wijze bij de vaststelling van het maatmanloon rekening wordt gehouden met vakantiebijslag en extra periodiek salaris. Thans wordt in het artikel daarvoor verwezen naar de methodiek in het Besluit dagloonregels werknemersverzekeringen. Omdat het Besluit dagloonregels werknemersverzekeringen wordt vervangen door het Dagloonbesluit klopt de verwijzing niet meer en wordt het Schattingsbesluit technisch gewijzigd. Geregeld wordt dat het in de relevante aangiftetijdvakken opgebouwde bedrag aan vakantiebijslag en extra periodiek salaris in aanmerking kan worden genomen. Materieel betekent dit geen wijziging.

De leden van de VVD-fractie vragen of de regering kan toelichten waarom bepaalde delen van de wet met ingang van 1 juni 2013 in werking treden en andere delen met ingang van 1 juli 2013.

De onderhavige wijziging van het Schattingsbesluit hangt samen met enerzijds de Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters (Stb. 2012, nr. 464) en anderzijds met de wijzigingen in de dagloonregels die voortvloeien uit de Wet vereenvoudiging regelingen UWV (Stb. 2012, nr. 675). Beide wetten kennen voor de verschillende onderdelen een verschillend tijdstip van inwerkingtreding.

Gelet op de door de leden van de VVD-fractie genoemde data van inwerkingtreding (1 juni 2013 en 1 juli 2013), ziet de vraag van deze leden waarschijnlijk op de datum van inwerkingtreding van de aanpassingen van het Schattingsbesluit en niet op de datum van inwerkingtreding van de wet.

De beoogde data van inwerkingtreding van de onderhavige aanpassingen van het Schattingsbesluit zijn immers vastgesteld op 1 juni 2013 en 1 juli 2013.

De beoogde datum van inwerkingtreding van de aanpassingen van het Schattingsbesluit, die samenhangen met de Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters, is bepaald op 1 juli 2013. Met voornoemde wet wordt in de Ziektewet (ZW) onder meer een aangescherpt ZW-criterium geïntroduceerd. Dit aangescherpte criterium wordt na 52 weken ziekte van toepassing op de verzekerde die geen werkgever meer heeft en is in werking getreden met ingang van 1 januari 2013. Met de onderhavige aanpassing van het Schattingsbesluit wordt hieraan nadere uitwerking gegeven. Nu de eerste beoordelingen volgens het aangescherpte criterium op zijn vroegst na 1 januari 2014 plaatsvinden (zijnde 52 weken na de inwerkingtreding van dit criterium), is de datum van inwerkingtreding van deze aanpassing van het Schattingsbesluit bepaald op 1 juli 2013.

De wijzigingen van de dagloonregels in het Dagloonbesluit, die voortvloeien uit de Wet vereenvoudiging regelingen UWV, treden in werking per 1 juni 2013. Deze datum is vastgesteld in verband met de capaciteit van het UWV tot implementatie van het noodzakelijke nieuwe dagloonvaststellingssysteem. Daarom is de beoogde datum van inwerkingtreding van de onderhavige aanpassing van de bepaling in het Schattingsbesluit, die verwijst naar de regels over de dagloonvaststelling, eveneens voorzien per 1 juni 2013.

De leden van de PvdA-fractie vragen wat er is veranderd aan de dagloonregels met betrekking tot de vakantiebijslag, die zouden voortvloeien uit de wijzigingen Wet vereenvoudiging regelingen UWV.

De werknemer bouwt vakantiebijslag op over zijn periodieke loon en eenmaal per jaar wordt het bij dezelfde werkgever opgebouwde bedrag uitbetaald. Bij extra periodiek salaris kan ook sprake zijn van periodieke opbouw met uitbetaling van het opgebouwde bedrag in een keer. Thans geldt nog dat UWV uitgaat van het opgebouwde bedrag. Bij de vaststelling van het dagloon wordt voortaan volgens de nieuwe dagloonregels het periodieke loon standaard opgehoogd met een factor 108/100 voor de vakantiebijslag, wat in vrijwel alle gevallen overeenkomt met hetgeen de werknemer opbouwt. Bij extra periodiek salaris wordt voortaan het uitbetaalde bedrag in aanmerking genomen. Dat sluit aan bij de hoofdregel van de dagloonvaststelling waarin wordt uitgegaan van het in het refertejaar uitbetaalde bedrag. Voor de dagloonvaststelling is daarom niet meer relevant welk bedrag de werknemer in het aangiftetijdvak daadwerkelijk aan vakantiebijslag of extra periodiek salaris heeft opgebouwd. Uit de loonaangifte hoeven dus daarover geen gegevens meer te worden opgehaald. Dit is een vereenvoudiging voor de uitvoering.

Voorts vragen de leden van de PvdA-fractie welke gevolgen deze wijzigingen, bedoeld in de vorige vraag, hebben voor de uitkeringshoogte.

De standaardophoging van het dagloon met 108/100 wegens opbouw van vakantiebijslag komt in vrijwel alle gevallen overeen met het feitelijk opgebouwde bedrag. Alleen als de werknemer een hoger percentage vakantiebijslag zou opbouwen, zou de nieuwe dagloonvaststelling tot een lager bedrag leiden dan opgebouwd. Bij extra periodiek salaris wordt voortaan het uitbetaalde bedrag in aanmerking genomen. Dat sluit aan bij de hoofdregel van de dagloonvaststelling. Het in het refertejaar uitbetaalde bedrag dat wordt meegenomen kan afwijken van het in die periode opgebouwde bedrag, maar het dagloon sluit aan bij het werkelijk uitbetaalde bedrag aan loon.

Tot slot vragen de leden van de PvdA-fractie op welk onderdeel van de Wet vereenvoudiging regelingen UWV de aanpassing van het Schattingsbesluit wordt gebaseerd.

De aanpassing van het Schattingsbesluit is gebaseerd op bestaande bepalingen in de ZW, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten en vloeit voort uit wijzigingen in de dagloonvaststelling op grond van de artikelen I, onderdeel T, en II, onderdeel A, van de Wet vereenvoudiging regelingen UWV.

Naar boven