29 544 Arbeidsmarktbeleid

Nr. 407 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 juli 2012

Op 18 april 2012 heb ik u een brief gestuurd over de waarde en het draagvlak van cao’s (Kamerstukken II, 2011/12, 29 544, nr. 391). Hierbij informeer ik u over de voortgang.

SER-adviesaanvraag draagvlak voor cao’s

Hoewel het draagvlak voor cao’s op dit moment voldoende aanwezig is, kan het op (middel)lange termijn onder druk komen te staan door maatschappelijke ontwikkelingen als individualisering en flexibilisering in arbeidsrelaties. Daarom heb ik hierover een advies aangevraagd bij de SER. Deze adviesaanvraag treft u aan als bijlage. Ik heb de SER gevraagd nog voor het eind van het jaar met een advies te komen. Ik verwacht een breed gedragen advies waarna het nieuwe kabinet een goed besluit kan nemen.

Dispensatiebeleid bij avv

Ik heb u tevens op 18 april 2012 een afschrift gestuurd van de adviesaanvraag aan de Stichting van de Arbeid over het dispensatiebeleid bij het algemeen verbindend verklaren van cao-bepalingen (bijlage bij Kamerstukken II, 2011/12, 29 544, nr. 391). Hierin wordt advies gevraagd over mogelijkheden om maatwerk en flexibiliteit beter mogelijk te maken voor partijen die willen afwijken van de (algemeenverbindendverklaarde) cao-afspraken in een sector. Deze voornemens zijn in die week ook bekend gemaakt in de Staatscourant, met het doel om naast de Stichting van de Arbeid ook partijen die niet gelieerd zijn aan de Stichting in de gelegenheid te stellen om hun reactie kenbaar te maken. Partijen hadden de mogelijkheid om tot 15 juni 2012 een reactie kenbaar te maken.

De Stichting van de Arbeid heeft in haar reactie aangegeven dat zelfregulering de meest optimale vorm is om transparante dispensatiebepalingen in bedrijfstak-cao’s te realiseren. De Stichting van de Arbeid heeft mij gevraagd om decentrale cao-partijen meer tijd te geven om een transparante dispensatiebepaling in cao’s te implementeren. Dit vereist maatwerk. De Stichting adviseert mij om de voorgenomen wijziging van het Toetsingskader AVV niet voor 1 juli 2013 in werking te laten treden. Daarnaast zal de Stichting van de Arbeid op korte termijn een aanbeveling voor decentrale cao-partijen opstellen over het opnemen van dispensatiebepalingen in bedrijfstak-cao’s. Daarnaast beveelt de Stichting cao-partijen aan om in geval van cao-werkingssfeergeschillen een onafhankelijke derde in te schakelen om het conflict te beslechten.

Er zijn enkele reacties van derden binnengekomen. Deze laten verschillende opvattingen zien. Enkelen geven aan voorstander te zijn van transparante dispensatiebepalingen in alle algemeenverbindendverklaarde cao’s. Ik zie dit als steun voor mijn voornemens. Daarnaast zijn er enkele reacties binnengekomen waarin op hoofdlijnen wordt gepleit voor een onafhankelijke cao-autoriteit waar cao-partijen terecht kunnen als ze bijvoorbeeld onderling niet uit de afbakening van cao’s komen. Ook werd verzocht om terug te gaan naar het systeem van dispensatie van voor 2007. In dit systeem werd er vrijwel automatisch dispensatie verleend aan bedrijven die met een onafhankelijke vakbond een eigen cao hadden afgesloten.

Mijn brief van 18 april 2012 over het draagvlak van cao-afspraken en de voorgenomen wijziging van het dispensatiebeleid is inmiddels door u controversieel verklaard. Het ligt daarom in de rede besluitvorming over dit onderwerp uit te stellen. Bij de besluitvorming zal nader inhoudelijk worden ingegaan op de ingekomen reacties.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H. G. J. Kamp

Naar boven