29 544 Arbeidsmarktbeleid

Nr. 394 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 april 2012

Hierbij zend ik u, mede namens de minister van Infrastructuur en Milieu, de antwoorden op de vragen die zijn gesteld door de leden Ulenbelt, Koopmans en Hamer. De vragen zijn mij gezonden per brief van 18 april jl. onder nummer 2012Z08351.

Vraag van de heer Ulenbelt (SP):

Ik wil de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie verzoeken om de komende dagen een maximale inspanning te leveren om de scheepswerf in Grave te redden. Hij heeft zich daar al mee bemoeid. Het leek allemaal rond, maar nu gaat er ergens ineens de stekker uit. Ik verzoek de minister om te bezien of hij de stekker er weer in kan prutsen, en de Kamer daarover vóór aanstaande dinsdag een brief te sturen.

Antwoord:

In het Paasweekend kwam in de pers dat Scheepswerf Grave een mogelijke order niet kan aannemen omdat de gemeente Grave niet toestaat dat de werf schepen langer dan 110 meter bouwt.

In het kader van de huidige crisis en oplopende werkloosheid moeten we er alles aan doen om de werkgelegenheid te behouden. Op dit moment is de markt voor de nieuwbouw van binnenvaartschepen erg moeilijk. Het binnenhalen van orders, en daarmee werk, is van levensbelang voor werven en hun medewerkers.

Uiteraard is de gemeente Grave verantwoordelijk voor het vaststellen van het bestemmingsplan teneinde planologische mogelijkheden te creëren voor bedrijvigheid in haar gemeente.

Gezien het bovenstaande heb ik contact opgenomen met de wethouder van de gemeente Grave en hem mijn zorgen geuit. De gemeente Grave gaf aan constructief mee te willen werken om een oplossing te zoeken voor de scheepswerf. Daarna is vanuit het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie de afgelopen week meerdere malen contact geweest met de wethouder van de gemeente Grave, met FME en met Scheepsbouw Nederland over de situatie rond de scheepswerf. Deze contacten hadden als doel mee te denken over oplossingen om de werkgelegenheid te behouden.

Aldus de gemeente Grave is er in een extra vergadering op 13 april jl. een kortetermijnoplossing gevonden voor de scheepswerf door de bouw van schepen tot 135 meter voor de komende 2,5 jaar te gedogen. Voorts zou de gemeente samen met de scheepswerf naar een middellangetermijnoplossing zoeken waarmee het bedrijf in de toekomst ook grote schepen kan bouwen. Naar mijn beste weten kan de werf met deze oplossing de order uitvoeren.

Ik was verbaasd dat de scheepswerf vervolgens aangaf dat deze oplossing onvoldoende soelaas biedt om door te gaan en dat men zich genoodzaakt ziet om surseance van betaling aan te vragen. Inmiddels heeft de scheepswerf dit in een persbericht bekend gemaakt.

Vanwege het belang voor de werkgelegenheid heeft het mijn zorg dat de scheepswerf in Grave uitstel van betaling heeft aan gevraagd. Gelet op de ontstane situatie heeft het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie de afgelopen dagen opnieuw met de betrokkenen gesproken om te kijken of er toch mogelijkheden zijn om de banen in Grave te behouden. Ook zullen er gesprekken plaatsvinden tussen de ondernemer, de gemeente en de bewindvoerder om de mogelijkheden te onderzoeken.

Vraag van de heer Koopmans (CDA)

Van de minister van IenM zouden wij graag ook nog een reactie in algemene zin krijgen over het creëren van een meer algemene vrijstellingsmogelijkheid, waardoor we er in dit land anders, handiger, slimmer mee zouden kunnen omgaan als bedrijven last hebben van dit soort regels.

Antwoord:

Scheepswerf Grave BV kan een omgevingsvergunning aanvragen om beperkingen die voortvloeien uit bestemmingsplan op te heffen. Op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingswet (Wabo) kan het gemeentebestuur positief op zo’n aanvraag beslissen, als het gemeentebestuur van oordeel is dat er geen strijd is met een goede ruimtelijke ordening en het besluit gemotiveerd wordt met een goede ruimtelijke onderbouwing (artikel 2.12, eerst lid, onder a, onder 3o, van de Wabo). De provincie heeft al aangegeven positief te kunnen beslissen op de eveneens benodigde milieuvergunning.

De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, M. J. M. Verhagen

Naar boven