29 544 Arbeidsmarktbeleid

Nr. 383 BRIEF VAN DE MINISTER-PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 maart 2012

Tijdens de Regeling van Werkzaamheden in uw Kamer op 1 maart 2012 heeft het lid Dijsselbloem om een brief verzocht met alsnog een inhoudelijke reactie op de moties, ingediend tijdens het debat over de recessie, werkloosheid en bezuinigingen van 29 februari jl. Tevens heeft het lid Koolmees gevraagd of de uitvoeringstegenvallers, zoals die zich ieder jaar voordoen, zijn opgenomen in de cijfers die het Centraal Planbureau (CPB) op 1 maart jl. op haar website heeft gepubliceerd.

Met betrekking tot het verzoek van het lid Dijsselbloem ben ik van mening dat ik op alle tijdens het debat ingediende moties een (inhoudelijke) reactie heb gegeven. Ik zie in de gepubliceerde CPB-cijfers geen aanleiding om van mijn reactie zoals verwoord tijdens het debat af te wijken.

Ten aanzien van de vraag van het lid Koolmees kan ik u melden dat in de cijfers die het CPB op 1 maart jl. heeft gepubliceerd, de «reguliere» uitvoeringsproblematiek zoals die zich jaarlijks voordoet op de departementale begrotingen nog niet is meegenomen.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De minister-president, minister van Algemene Zaken, M. Rutte

Naar boven