29 544 Arbeidsmarktbeleid

Nr. 367 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 december 2011

In de procedurevergadering van 29 november jongstleden heeft u mij verzocht een reactie te geven op het rapport «Maatschappelijk rendement als basis voor groei», dat in opdracht van IBN (Integrale Bedrijven Noordoost-Brabant) is uitgevoerd. Hierbij voldoe ik aan dat verzoek.

IBN is het sw-bedrijf voor de gemeenten in de regio Noordoost-Brabant. In het rapport gaan de onderzoekers in op de vraag wat IBN oplevert voor de maatschappij. Het rapport schetst de geschatte financiële maatschappelijke baten van IBN. Benoemd worden besparingen op uitkeringen en toeslagen, extra inkomsten uit belastingen en consumptie en extra productiviteit. Daarnaast wijst het rapport op bijkomende positieve effecten als een grotere zelfredzaamheid, die het gevolg kunnen zijn als mensen gaan werken.

Op basis van het rapport kan ik geen oordeel vormen over de aanpak en financiële positie van het bedrijf. Wel wil ik opmerken dat de uitkering niet zonder meer als besparing kan wordt ingeboekt als mensen in de sociale werkvoorziening gaan werken, aangezien ook de sociale werkvoorziening ten dele collectief wordt gefinancierd.

Het rapport laat zien dat het om meerdere redenen belangrijk is om mensen uit de uitkering te halen en aan het werk te krijgen. Dit onderschrijft het belang dat het kabinet hecht aan participatie. Het is kabinetsbeleid dat zo veel mogelijk mensen werken naar vermogen.

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

P. de Krom

Naar boven