Ontvangen ter Griffie op 1 december 2011.
De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder worden gedaan dan op 30 december 2011.
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 december 2011
Hierbij zend ik u een ontwerpbesluit, houdende wijziging van het Uitvoeringsbesluit Tijdelijke wet pilot loondispensatie en
het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten. Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik u naar de ontwerp-nota
van toelichting.1
De voorlegging geschiedt ter uitvoering van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure (de artikelen 6, vijfde lid, van
de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, 18, negende lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 2, achtste
lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, en 2:5, zesde lid en 3:1, negende lid, van de Wet werk en
arbeidsondersteuning jonggehandicapten en artikel 14, derde lid, van de Tijdelijke wet pilot loondispensatie) en biedt uw
Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State
zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.
Gelijktijdig met de voorhang bij uw Kamer wordt het ontwerpbesluit ingevolge de aangehaalde artikelen in de Staatscourant
bekend gemaakt om eenieder de gelegenheid te geven om wensen en bedenkingen kenbaar te maken, binnen 4 weken na de dag waarop
bekendmaking is geschied.
Op grond van de aangehaalde bepalingen geschiedt de voordracht aan de Koningin ter verkrijging van het advies van de Afdeling
advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan 4 weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers
der Staten-Generaal is overlegd.
Een eensluidende brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
P. de Krom