Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 maart 2011
Graag bied ik u hierbij de reactie aan op het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 4 februari 2011 met
kenmerk 2011Z01071/2011D05745 inzake een update over de situatie rond Kamp Ashraf.
De minister van Buitenlandse Zaken,
U. Rosenthal
Inleiding
In deze brief geef ik u een korte beschrijving van de situatie rondom Kamp Ashraf. Dit onderwerp kwam onder meer aan de orde
tijdens ons Algemeen Overleg op (kamerstuk 29 521, nr. 157) 16 december 2010 over de verlenging van de Nederlandse bijdrage aan de NAVO-trainingsmissie in Irak. Tevens geef ik in deze
brief kort aan welke Europese inspanningen op dit terrein inmiddels zijn verricht.
Ontwikkelingen rondom Kamp Ashraf
In december 2010 dreigde de Iraakse premier Nouri Al-Maliki, niet voor de eerste maal, dat hij Kamp Ashraf zou ontruimen.
Dit leidde tot veel onrust onder de 3400 inwoners van het kamp, allen leden van de Iraanse oppositiebeweging Mujahedin e Khalq Organisation (MKO), die sinds midden jaren ’80 in Irak verblijven. De MKO voerde in de jaren ’70 gewelddadige oppositie tegen het bewind van
de sjah van Iran. Deze strijd werd tijdens de Iran-Irakoorlog voortgezet vanuit Irak, waar zij na afloop van deze oorlog achterbleven.
De inwoners van het kamp kunnen om politieke redenen niet terug naar Iran, maar vanwege hun gewelddadige verleden wil geen
enkel land ze opnemen. De Iraakse autoriteiten willen dat Kamp Ashraf wordt ontbonden en dat de bewoners Irak verlaten. Tot
een ontruiming van het kamp door de Iraakse autoriteiten kwam het ook deze keer niet.
Inspanningen in Europees verband
De situatie in Kamp Ashraf heeft regelmatig de aandacht van onze diplomaten in Bagdad en hun EU-collega’s, die het kamp ook
meermalen hebben bezocht. Op 15 januari jl. hebben de EU ambassadeurs in Bagdad de kwestie nog besproken. Bovendien brengen
zowel Nederland als onze Europese partners het onderwerp in bilaterale gesprekken nadrukkelijk onder de aandacht van Iraakse
gesprekspartners.
Zoals ik u in december heb toegezegd, is de kwestie Kamp Ashraf inmiddels in Europees kader aan de orde gesteld. Tevens onderhoud
ik hierover contacten met de United Nations Assistance Mission in Iraq (UNAMI).
Standpunt van de Nederlandse regering
Het Nederlandse standpunt blijft ongewijzigd ten opzichte van het standpunt van het vorige kabinet: de bewoners van Kamp Ashraf
hebben recht op een humanitaire behandeling en op waarborging van hun mensenrechten. Dit is expliciet een Iraakse verantwoordelijkheid.
Dit wordt richting de Iraakse autoriteiten keer op keer benadrukt door zowel Nederland, de Europese Unie en de Verenigde Staten.