Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 januari 2014
Hierbij bied ik u het rapport «Op weg naar minder administratieve lasten» van 30 november
2013 aan1. Met de totstandkoming van dit rapport is uitvoering gegeven aan de door uw Kamer
aanvaarde motie-Van Dijk c.s.2 die verzocht «te onderzoeken hoe de regeldruk bij zorgaanbieders door zorgkantoren
en zorgaanbieders zelf verminderd kan worden en dit bij voorkeur door ACTAL te laten
toetsen en de Kamer hierover voor 1 oktober 2013 te informeren». De doorlooptijd van
het onderzoek maakte het voor mij niet mogelijk om het rapport voor 1 oktober 2013
aan uw Kamer te zenden.
Het rapport geeft inzicht in de stand van zaken met betrekking tot de administratieve
lasten als gevolg van informatievragen van zorgkantoren aan zorgaanbieders in de intramurale
langdurige zorg. Ik neem de verbetervoorstellen, zoals die in het rapport zijn opgenomen,
graag ter hand. Die zijn opgesteld mede in het licht van het toekomstperspectief van
de Wet Langdurige zorg, waarvan ik het voorstel binnenkort bij uw Kamer zal indienen.
Zorgaanbieders zelf creëren ook administratieven lasten, zoals terecht genoemd in
het tweede onderdeel van het dictum van de motie. Dit onderdeel is buiten het onderzoek
gelaten. Vanaf 2013 zijn meer dan twintig zorginstellingen gestart met het beproeven
van regelarme werkwijzen in het kader van het project Experimenten met Regelarme Instellingen
(ERAI). Instellingen kijken daarbij niet alleen naar hinderende wet- en regelgeving
die haar oorsprong vindt in beslissingen van de (mede)wetgever of aan haar gelieerde
uitvoeringsorganisaties, maar vooral ook kritisch naar de vraag hoeveel en welke administratieve
belasting zij zelf voor hun medewerkers creëren. De uitkomsten en evaluatie van de
ERAI is eind van dit jaar voorzien.
Ik zal de verbetervoorstellen uit het onderzoeksrapport betrekken bij de besprekingen
over de inkoop van intramurale langdurige zorg voor het jaar 2015. Naast ZN en de
zorgkantoren, zijn ook de brancheorganisaties in de langdurige zorg bij die gesprekken
ten nauwste betrokken. De uitkomsten van die besprekingen zullen belangrijke basis
vormen voor het zorginkoopkader voor 2015 dat uiterlijk april 2014 gestalte krijgt
in de jaarlijkse zorginkoopgids van ZN en in het verlengde daarvan in de inkoopkaders
voor langdurige intramurale zorg van de regionale zorgkantoren.
Zoals ik heb toegezegd in het VAO AWBZ van 21 november 2013 (Handelingen II 2013/14,
nr. 27, behandeling VAO AWBZ) in reactie op de door uw Kamer aangenomen motie-Bergkamp
c.s.3 zal ik de Kamer komend voorjaar informeren over de uitkomsten van de besprekingen
en hoe die hun beslag hebben gekregen in de kaders voor de inkoop van langdurige zorg
in 2015.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M.J. van Rijn