29 484 Interculturalisatie van de gezondheidszorg

Nr. 18 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 januari 2011

In september 2010 (Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2010–2011, nr. 3, blz. 8–11) heeft uw Kamer gesproken over de medische zorg voor asielzoekers. Aanleiding was het tragisch overlijden van een Somalische vrouw in het asielzoekerscentrum Leersum op 27 juni 2010.

Zonder de oorzaak en de achtergronden van dit incident te kennen konden de toenmalige ministers van Justitie en van Volkgezondheid, Welzijn en Sport op dat moment niet inhoudelijk ingaan op het incident noch op de vraag of het incident verband houdt met het nieuwe zorgstelsel voor asielzoekers, dit is ingevoerd per 1 januari 2009. De ministers wilden de resultaten afwachten van het onderzoek dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) naar aanleiding van dit incident had ingesteld. Dit onderzoek is inmiddels afgerond en, conform de gedane toezegging, stuur ik hierbij, mede namens de Minister voor Immigratie en Asiel, het inspectierapport.1

De IGZ concludeert dat de betrokken zorgverleners, in de betreffende nacht, hebben gehandeld op de wijze die op dat moment van hen verwacht mocht worden gegeven de normen voor verantwoorde zorg. Er is wel een aantal tekortkomingen geconstateerd in de medische zorg aan de asielzoekster voorafgaand aan het incident. Zo was de taakverdeling tussen de betreffende praktijkondersteuner (POH) en de betreffende huisarts niet goed geregeld. Dit leidde tot beperkte communicatie en afstemming. Tijdens waarneming door een andere huisarts waren geen medische gegevens over de asielzoekster beschikbaar. Tevens was er sprake van een verstoorde relatie tussen de huisarts en het AZC. De huisarts mocht, behoudens spoedgevallen, niet op het terrein van het AZC komen. De IGZ heeft echter geen directe relatie kunnen leggen tussen deze tekortkomingen en het tragische incident in de nacht van 27 juni 2010.

In het IGZ-rapport zijn concrete maatregelen geformuleerd die de betrokken partijen moeten nemen. De IGZ zal hierop toezien. Het gaat onder meer om het protocolleren van de samenwerking tussen huisarts en praktijkondersteuner, het openstellen van medische informatie tijdens de waarneming, uitbreiding van de informatie in het Huisarts Informatie Systeem (HIS) en dienen de betrokken partijen zich te beraden of tolkendiensten ook bij huisartsenzorg buiten kantooruren kunnen worden ingezet.

De Minister voor Immigratie en Asiel heeft het COA de opdracht gegeven, samen met het Gezondheidscentrum Asielzoekers (CGA)/Menzis, de aanbevolen maatregelen uit te voeren.

Op grond van de informatie van het COA blijkt dat de aanwezigheid op de locatie via de POH en daarmee toegang tot de huisartsenpraktijk van de desbetreffende huisarts altijd geborgd is geweest. Er is daarmee dus geen sprake geweest van een verminderde toegankelijkheid van de zorg. De Minister voor Immigratie en Asiel hecht er echter aan om ook in de toekomst zeker stellen dat deze toegang altijd wordt verleend en heeft het COA opdracht gegeven dit door protocollering zeker te stellen.

Hoewel het onderzoek van de IGZ is ingesteld naar aanleiding van het tragische overlijden van de Somalische vrouw, heeft de Minister voor Immigratie en Asiel het COA opdracht gegeven om samen met GCA/Menzis, gelet op hun verantwoordelijkheid voor de medische zorg in alle Nederlandse asielzoekerscentra, ook de situatie in andere centra te bekijken en de genoemde maatregelen, indien nodig, ook elders over te nemen.

Ondanks het tragische incident ben ik van mening dat de medische zorg voor asielzoekers in zijn algemeenheid goed is geregeld. De genoemde maatregelen zullen er voor zorgen dat de medische zorg aan asielzoekers verder wordt verbeterd.

Tot slot wil ik aangeven dat, los van dit onderzoek, de toegankelijkheid van de zorg voor asielzoekers onderwerp is van een uitgebreider onderzoek dat op dit moment door de IGZ wordt uitgevoerd. De resultaten worden later dit jaar verwacht. Ik zal u daarover informeren.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. I. Schippers


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven