29 477 Geneesmiddelenbeleid

Nr. 620 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 oktober 2019

In de antwoorden op Kamervragen1 (Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 3186) van Van Gerven (SP) heb ik toegezegd om na het zomerreces een voortgangsbrief te sturen over de stand van zaken van de voorbereiding van het voorwaardelijke toelatingstraject van Spinraza. Met deze brief voldoe ik aan deze toezegging.

Zoals eerder gesteld zijn de inspanningen van alle partijen erop gericht om 1 januari 2020 voor de eerste patiënten de behandeling op te kunnen starten. Dat geldt enerzijds voor Biogen, het behandelcentrum en de patiëntenorganisatie als het gaat om het opzetten, opstarten, uitvoeren van de behandelingen en het onderzoek en anderzijds voor VWS en het Zorginstituut als het gaat om de tijdige besluitvorming over de voorwaardelijke toelating van Spinraza.

Het UMC Utrecht heeft aangegeven dat zij zich afgelopen periode inclusief de zomer zeer heeft ingespannen om de zorglogistiek met betrekking tot de extra patiëntenstroom op orde te krijgen. Het is van belang dat het logistieke proces zorgvuldig wordt uitgedacht zodat de zorgkwaliteit van andere patiëntengroepen niet ten koste gaat van de grote toestroom aan patiënten.

Al eerder heb ik aangegeven dat ik het van belang vind dat de behandeling van deze patiënten zo snel mogelijk start. Hiervoor is het noodzakelijk om ook de financiële zaken goed te regelen. Partijen (Biogen, UMC Utrecht, en de patiëntenorganisatie) werken op dit moment aan de uitwerking van het convenant, dat zich momenteel in de afrondende fase bevindt en medio november zal worden voltooid.

De afspraken die daarin gemaakt worden zullen dan nog wel moeten landen in inkoopcontracten met zorgverzekeraars. Voor het zorg inkooptraject met zorgverzekeraars worden echter geen belemmeringen voorzien, omdat de financiële middelen ten behoeve van voorwaardelijke toelatingstrajecten zoals te doen gebruikelijk aanvullend aan het MSZ-kader worden toegevoegd.

Daarnaast maak ik nog financiële afspraken met Biogen over de geneesmiddelkosten voor de gehele onderzoeksperiode.

Op dit moment zijn dan ook alle inspanningen er nog steeds op gericht om 1 januari 2020 voor de eerste patiënten de behandeling op te kunnen starten. Zodra het convenant is afgerond en Spinraza als definitieve kandidaat wordt aangedragen voor Voorwaardelijke Toelating zal ik u conform de standaardprocedure nader (voor het kerstreces) informeren.

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins

Naar boven