Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 oktober 2019
In de antwoorden op Kamervragen1 (Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 3186) van Van Gerven (SP) heb ik toegezegd om na het zomerreces een voortgangsbrief te
sturen over de stand van zaken van de voorbereiding van het voorwaardelijke toelatingstraject
van Spinraza. Met deze brief voldoe ik aan deze toezegging.
Zoals eerder gesteld zijn de inspanningen van alle partijen erop gericht om 1 januari
2020 voor de eerste patiënten de behandeling op te kunnen starten. Dat geldt enerzijds
voor Biogen, het behandelcentrum en de patiëntenorganisatie als het gaat om het opzetten,
opstarten, uitvoeren van de behandelingen en het onderzoek en anderzijds voor VWS
en het Zorginstituut als het gaat om de tijdige besluitvorming over de voorwaardelijke
toelating van Spinraza.
Het UMC Utrecht heeft aangegeven dat zij zich afgelopen periode inclusief de zomer
zeer heeft ingespannen om de zorglogistiek met betrekking tot de extra patiëntenstroom
op orde te krijgen. Het is van belang dat het logistieke proces zorgvuldig wordt uitgedacht
zodat de zorgkwaliteit van andere patiëntengroepen niet ten koste gaat van de grote
toestroom aan patiënten.
Al eerder heb ik aangegeven dat ik het van belang vind dat de behandeling van deze
patiënten zo snel mogelijk start. Hiervoor is het noodzakelijk om ook de financiële
zaken goed te regelen. Partijen (Biogen, UMC Utrecht, en de patiëntenorganisatie)
werken op dit moment aan de uitwerking van het convenant, dat zich momenteel in de
afrondende fase bevindt en medio november zal worden voltooid.
De afspraken die daarin gemaakt worden zullen dan nog wel moeten landen in inkoopcontracten
met zorgverzekeraars. Voor het zorg inkooptraject met zorgverzekeraars worden echter
geen belemmeringen voorzien, omdat de financiële middelen ten behoeve van voorwaardelijke
toelatingstrajecten zoals te doen gebruikelijk aanvullend aan het MSZ-kader worden
toegevoegd.
Daarnaast maak ik nog financiële afspraken met Biogen over de geneesmiddelkosten voor
de gehele onderzoeksperiode.
Op dit moment zijn dan ook alle inspanningen er nog steeds op gericht om 1 januari
2020 voor de eerste patiënten de behandeling op te kunnen starten. Zodra het convenant
is afgerond en Spinraza als definitieve kandidaat wordt aangedragen voor Voorwaardelijke
Toelating zal ik u conform de standaardprocedure nader (voor het kerstreces) informeren.
De Minister voor Medische Zorg,
B.J. Bruins