Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 juli 2019
Hierbij informeer ik u over twee toezeggingen op het terrein van de geneesmiddelentekorten.
1. Stand van zaken onderzoek naar uitbouwen van de geneesmiddelen-voorraad
Zoals ik u heb toegezegd tijdens het AO van 7 februari 2019 (Kamerstuk 29 477, nr. 557) en 6 juni 2019, en in de brief van 5 juni 20191(met een overzicht van de toezeggingen van het AO van 7 februari), informeer ik u
hierbij over de stand van zaken van het lopende onderzoek naar het vergroten van voorraadbeheer
om tekorten te voorkomen.
Ik heb Gupta Strategists opdracht gegeven om dit onafhankelijke onderzoek uit te voeren.
Daarbij wordt gekeken naar de voordelen, maar ook naar de kosten en de praktische
haalbaarheid. De aanname dat met het vergroten van de voorraden een substantieel deel
van de kortdurende leveringsonderbrekingen kan worden opgevangen, zoals eerder door
de groothandelaars is voorgesteld, lijkt op basis van de eerste onderzoeksresultaten
te kloppen. Die laten zien dat ongeveer 75% van de leveringsonderbrekingen na melding
binnen vijf maanden is opgelost. Voor de oplossingsrichting doet Gupta Strategists
de voorlopige aanbeveling om een verschillende aanpak te kiezen voor multisource2 – en singlesource3 geneesmiddelen. Omdat de voorraad mogelijk anders verdeeld zou kunnen zijn in de
keten. Een conceptrapport zal in de zomer worden opgeleverd en voorgelegd aan de geïnterviewde
deelnemers van de werkgroep geneesmiddelenvoorraad. Deze technische werkgroep bestaat
uit een groot deel van de leden van de werkgroep geneesmiddelentekorten. De verwachting
is dat Gupta Strategists het eindrapport eind september zal opleveren, waarna ik het
rapport en mijn aanpak aan de Tweede Kamer zal versturen.
2. Toenemende kwetsbaarheden geneesmiddelenproductie4
Vanuit het veld ben ik geïnformeerd dat het aantal fabrieken dat daadwerkelijk grondstoffen
en geneesmiddelen produceert afneemt. Het probleem dat het aantal productieplaatsen
afneemt, kan ik niet vanuit Nederland oplossen, maar moeten we in Europees verband
aanpakken. De concentratie van de productie in derde landen heeft tot gevolg dat de
Europese wet- en regelgeving minder houvast geeft om problemen op te lossen. Vanzelfsprekend
zijn er mogelijkheden om afspraken en regels aan te scherpen, daarom is een gezamenlijke
discussie met andere lidstaten hard nodig.
Mogelijk is over de laatste decennia de kwetsbaarheid van de keten van geneesmiddelenproductie
vergroot. Dat vergt nadere bestudering van wat er nu precies aan de hand is en hoe
markten daarop reageren. Ik breng deze vragen in Europa in tijdens gesprekken met
andere landen en de Europese Commissie. Op die manier kan in internationaal verband
in kaart worden gebracht welke kwetsbaarheden er zijn ontstaan door de concentratie
van fabrieken voor de productie van (grondstoffen voor) geneesmiddelen in derde landen
en wat dat betekent voor de levering van geneesmiddelen.
Ik wil met mijn Europese collega’s samenwerken om geneesmiddelentekorten aan te pakken.
Onlangs heb ik daartoe al opgeroepen tijdens bezoeken aan de World Health Organisation
en een vakbeurs in Frankrijk, maar dit gebeurt natuurlijk ook op ambtelijk niveau.
Aan de nieuwe Europese Commissie (zie bijlage)5 zal gevraagd worden om met de farmaceutische industrie te overleggen over oplossingen
om medicijntekorten aan te pakken en op te vangen. Tijdens het AO over de EPSCO6 van 12 juni 2019 heb ik ook aangegeven dat ik dit de komende tijd ter sprake zal
brengen op Europees niveau. Tot slot heb ik het onderwerp geneesmiddelen tekorten
ook ingebracht in de European Health Agenda 2020–2025.
De Minister voor Medische Zorg,
B.J. Bruins