Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 maart 2019
In het AO Geneesmiddelenbeleid van 7 februari (Kamerstuk 29 477, nr. 557) heb ik met u gesproken over Fampyra en in het verlengde hiervan het onderzoeks-
en beoordelingstraject dat momenteel door de neurologen, de fabrikant en het Zorginstituut
wordt doorlopen. In mijn vorige brief over Fampyra1 heb ik aangegeven dat partijen ernaar streven om binnen zes maanden tot een nieuwe
pakketuitspraak over Fampyra te komen. Ik ben de neurologen, de fabrikant Biogen en
het Zorginstituut erkentelijk voor de inspanningen die zij leveren om verder te onderzoeken
bij welke patiënten Fampyra mogelijk wel effectief is, om pakketwaardigheid van Fampyra
voor deze patiënten aan te tonen.
In het overleg met uw Kamer kwam de vraag aan de orde of het mogelijk zou zijn om
Fampyra in de tussenliggende periode – tot de pakketuitspraak door het Zorginstituut
– voor patiënten te vergoeden. In mijn reactie heb ik aangegeven dat ik hiertoe geen
mogelijkheden heb, omdat volgens het Zorginstituut de pakketwaardigheid (dat wil zeggen:
het bewijs dat er sprake is van effectieve zorg) van Fampyra op dit moment nog niet
is aangetoond. Ik heb u toegezegd dat ik een appèl op Biogen doe om Fampyra in de
tussenliggende periode toch beschikbaar te stellen voor patiënten.
Graag bericht ik u hierbij over de uitkomsten van de gesprekken die ik in de afgelopen
weken met Biogen hierover heb gevoerd. In deze gesprekken heb ik namens de patiënten, uw Kamer en mijzelf het belang benadrukt om patiënten
in de tussenliggende periode tegemoet te komen in de kosten voor Fampyra.
De uitkomst is dat Biogen een terugbetalingsregeling opzet waarbinnen patiënten –
met terugwerkende kracht – direct een aanzienlijk deel van de vier-wekelijkse aanschafkosten
via declaratie kunnen terugkrijgen van Biogen. Deze tussentijdse beschikbaarheidsregeling
loopt van 1 januari 2019 tot en met de datum van de voorziene pakketuitspraak van
het Zorginstituut, en maximaal tot en met 31 augustus 2019. De vier-wekelijkse eigen betaling van patiënten wordt daarmee teruggebracht van € 128 tot € 50,
exclusief de btw en de afleverkosten van de apotheek. Daarnaast heeft Biogen aangeboden
dat, als er na de voorziene herbeoordeling door het Zorginstituut een positieve uitspraak
over Fampyra zou volgen, zij op dat moment ook met terugwerkende kracht ook de resterende
eigen betaling van € 50 aan alle patiënten zal terugbetalen. Patiënten krijgen in
dat geval dus de volledige aanschafkosten gedekt, met uitzondering van de btw en de
afleverkosten van de apotheek. Wel kan het zo zijn dat de uitkomst van een eventuele
positieve pakketuitspraak geldt voor een kleinere patiëntenpopulatie dan de groep
die tijdens het voorwaardelijke toelatingstraject Fampyra heeft gekregen. De terugbetalingsregeling van Biogen is voor alle patiënten die ook eerder in aanmerking kwamen
voor de gratis verstrekking in de periode tussen april tot en met december 2018.
De patiënten die in aanmerking komen voor bovenstaande terugbetalingsregeling zullen
rond 1 april 2019 een brief ontvangen van Terugbetalingsregeling Nederland – in opdracht
van Biogen – met nadere uitleg over de werkwijze van deze regeling.
Ik ben de fabrikant Biogen erkentelijk voor de constructieve opstelling en de verantwoordelijkheid
die deze fabrikant in deze kwestie richting de patiëntgroep neemt, door patiënten
in de tussentijd financieel te compenseren met deze beschikbaarheidsregeling. Ik volg
natuurlijk met belangstelling de voortgang en uitkomst van het traject dat door de
neurologen, de fabrikant en het Zorginstituut wordt doorlopen.
Uiteraard zal ik uw Kamer geïnformeerd houden over de voortgang van dit traject.
De Minister voor Medische Zorg,
B.J. Bruins