Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 juli 2018
Ik heb in de brief over de Regeerakkoord maatregelen voor genees- en hulpmiddelen
van 15 juni 2018 aangekondigd de Wet geneesmiddelenprijzen (Wgp) aan te zullen passen
door Duitsland te vervangen door een ander land met een vergelijkbaar welvaartsniveau
als Nederland, maar een lager gemiddeld prijsniveau (Kamerstukken 29 477 en 32 805, nr. 489). Via deze weg informeer ik u dat ik heb besloten Duitsland als referentieland te
vervangen door Noorwegen.
Om tot de keuze voor een vervangend land te komen, heb ik onder meer gekeken naar
de mogelijke kostenbesparing. Hierbij streef ik – conform de oorspronkelijke doelstelling
van de Wgp en de Geneesmiddelenvisie (2016) – naar een goede balans tussen betaalbaarheid
van geneesmiddelen en tijdige beschikbaarheid voor de patiënt.1 Gelet op het voorgaande is een van de criteria voor het vervangend referentieland
dat het gemiddelde prijsniveau voor spécialités daar lager ligt dan de prijzen in
Nederland en bij voorkeur ook lager dan het Europees gemiddelde.2
Daarnaast heb ik ook gekeken of het welvaartsniveau, het sociale verzekeringstelsel
en de cultuur, alsmede de prevalentie van ziekten en aandoeningen en niveau van gezondheidszorg
vergelijkbaar zijn met Nederland. Alleen prijzen meewegen van landen met een vergelijkbare
situatie qua welvaart en niveau van gezondheidszorg, draagt bij aan een redelijke
uitkomst. Een uitkomst met gemiddeld lagere maximumprijzen, met name voor spécialités,
maar niet dermate lage prijzen dat de beschikbaarheid in het geding komt. Tenslotte
heeft bij de keuze meegewogen of de beschikbare prijsinformatie in het land toereikend
is voor de vaststelling van de maximumprijzen door het CIBG.
Op basis van het gemiddelde prijsniveau van spécialités en het welvaartsniveau zijn
Finland, Zweden en Noorwegen geselecteerd als mogelijke kandidaten.
Ook zijn de Scandinavische landen over het algemeen vergelijkbaar met Nederland als
het gaat om sociale zekerheidsstelsels, cultuur, prevalentie van ziekten en aandoeningen
en niveau van gezondheidszorg. Vervolgens is Noorwegen geselecteerd als meest aangewezen
land. De keuze voor Noorwegen levert de hoogste besparing op, en Noorwegen heeft van
deze drie landen de best beschikbare prijsinformatie voor geneesmiddelen.
Nu de keuze voor het vervangende referentieland is gemaakt, ga ik meteen van start
met het aanpassen van de Wgp. Ik zal deze wijziging van de Wgp nog deze zomer bij
veldpartijen consulteren en ik streef ernaar het wetsvoorstel nog dit jaar bij uw
Kamer in te dienen. Daarnaast zal ik beginnen met de uitgebreide voorbereidingen die
nodig zijn voor de uitvoering. Dit alles zodat deze wijziging van de Wgp zo snel als
mogelijk – in ieder geval uiterlijk 1 januari 2020 – in werking kan treden.
De Minister voor Medische Zorg,
B.J. Bruins