Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 december 2017
Op 28 augustus 2017 heeft Novartis Pharma B.V. een verzoek ingediend op grond van
artikel 3, tweede lid, van de Wet geneesmiddelenprijzen om de vastgestelde maximumprijs
in de bijlage bij de Regeling maximumprijzen geneesmiddelen voor het geneesmiddel
Glivec (stofnaam imatinib), te wijzigen. Glivec is een geneesmiddel dat werkzaam is
bij verschillende ziekten (indicaties), waaronder vormen van leukemie en gastro-intestinale
stromale tumoren (GIST). Door middel van bijgevoegde wijzigingsregeling wordt aan
dit verzoek gehoor gegeven1.
Artikel 3, tweede lid, van de Wet geneesmiddelenprijzen bepaalt dat de Minister van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport «in bijzondere gevallen» de vastgestelde maximumprijs
kan wijzigen. De bijzonderheid van dit geval is, gelet op de uitspraak van het College
van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) van 7 juli 20172, gelegen in het feit dat er voor de GIST-indicatie een geldig tweede-medische-indicatieoctrooi
rust op het geneesmiddel Glivec. In de voornoemde uitspraak heeft het CBb bepaald
dat bij het vaststellen van de maximumprijs rekening gehouden moet worden met een
nog geldend tweede-medische-indicatieoctrooi.
Aan deze uitspraak is voor deze casus daarom uitvoering gegeven door de prijs voor
imatinib, de werkende stof in het geneesmiddel Glivec, niet te wijzigen, maar voor
de spécialité Glivec een aparte maximumprijs vast te stellen. Bij het vaststellen
van de aparte prijs voor Glivec is alleen rekening gehouden met de prijzen van de
spécialités voor imatinib met de merknaam Glivec, zoals die op de prijslijsten in
de referentielanden voorkomen.
Bijgevoegd vindt u ter informatie de wijziging van de bijlage bij de Regeling maximumprijzen
geneesmiddelen inclusief de toelichting.
Dit betreft een tijdelijke oplossing om uitvoering te geven aan de CBb-uitspraak van 7 juli 2017. Ik vind dat deze CBb-uitspraak onwenselijke gevolgen heeft
voor de toepassing van de Wet geneesmiddelenprijzen. Daarom ga ik bekijken wat de
mogelijkheden zijn om dit op termijn op een andere manier op te lossen. Ik zal uw
Kamer informeren over de uitkomst hiervan.
De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins