De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
van mening dat voor verzekerden helder moet zijn wat wordt vergoed, het voor hen niet
mogelijk is in de keuze voor een zorgverzekeraar mee te wegen welke van de bereide
geneesmiddelen worden vergoed en dat de vergoeding van bereide geneesmiddelen bij
alle zorgverzekeraars derhalve gelijk dient te zijn en gebaseerd dient te zijn op
farmacotherapeutische rationale;
overwegende dat zorgverzekeraars bepalen of zorg voldoet aan de criteria voor het
basispakket, waaronder de stand van wetenschap en praktijk en dat het Zorginstituut
Nederland zo nodig een richtinggevende uitspraak over de inhoud van het basispakket
kan doen;
verzoekt de regering, het Zorginstituut Nederland voortaan een oordeel te laten uitspreken
over bereide geneesmiddelen in die gevallen waarin geen overeenstemming over de vergoeding
wordt bereikt tussen zorgverzekeraars, apothekers, en/of artsen;
verzoekt de regering tevens, in overleg met de ACM te regelen dat zorgverzekeraars
gezamenlijk beleid voeren ten aanzien van de vergoeding van bereide middelen, zodat
voor verzekerden geen onduidelijkheid over vergoeding bestaat;
verzoekt de regering voorts, ervoor te zorgen dat een wijziging in de vergoeding van
tot op dat moment tot het pakket behorende zorg waar de verzekerde gebruik van maakt
tijdig aan verzekerden wordt gecommuniceerd en de Kamer te laten weten op welke wijze
dat wordt bereikt,
en gaat over tot de orde van de dag.
Otwin van Dijk
Bruins Slot