Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 februari 2011
1. Inleiding
Op grond van artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) informeer ik u hierbij over de zakelijke inhoud van
mijn voornemen tot het geven van een aanwijzing aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) over het vaststellen van prestatiebeschrijvingen
en het invoeren van vrije tarieven voor extramurale farmaceutische zorg per 1 januari 2012.
Het voornemen was om het tarief voor apotheekhoudenden met ingang
van 1 januari 2011 te dereguleren en vrij te laten. Dit betekent dat apotheekhoudenden en zorgverzekeraars samen onderhandelen
over de prijs en de kwaliteit van de dienstverlening van apotheekhoudenden en de prijzen van de geneesmiddelen die apotheekhoudenden
afleveren. Na de val van het vorige kabinet is de besluitvorming over invoering van vrije tarieven voor apotheekhoudenden
per 1 januari 2011 echter controversieel verklaard door de Tweede Kamer. In verband hiermee en in verband met de overgang
naar vrije tarieven per 1 januari 2012 heeft de NZa voor het jaar 2011 voor het laatst een tarief voor apotheekhoudenden vastgesteld.
Daarover heb ik u bericht bij brief van 16 december 2010 1.
2. Achtergrond en context
De farmaceutische zorg zit in een overgangsperiode van het belonen van het aantal verstrekkingen (het volume) naar het belonen
van kwaliteit van de farmaceutische zorg en resultaat voor de patiënt. De huidige tariefregulering belemmert partijen om maatwerk
af te leveren en te bekostigen, dat wil zeggen op de individuele wensen en noden van de patiënt toegesneden zorg te leveren
en te bekostigen. Partijen richten zich veelal juist op de uitkomsten van de regulering en nog onvoldoende op de wensen en
de belangen van de klant/patiënt. De tariefregulering werkt daardoor verstarrend en kostenverhogend.
Hoewel er sprake is van een verscheidenheid in praktijkgrootten en kwaliteit van apotheekhoudenden, is het NZa-maximumtarief
feitelijk een minimumtarief geworden. Over de hoogte daarvan ruziën zorgverzekeraars en apothekers jaarlijks met elkaar en
met de NZa. Een en ander heeft geleid tot talloze rechtzaken. Er wordt niet of nauwelijks een lagere prijs dan het maximumtarief
afgesproken tussen zorgverzekeraars en apotheekhoudenden. Daarnaast mogen apotheekhoudenden en zorgverzekeraars niet afwijken
van de NZa-tarieven. Hierdoor staat het huidige tariefsysteem zorgvernieuwing en vernieuwingen in de distributie in de weg
omdat de tariefsystematiek niet aansluit bij de meest passende beloning daarvan.
De NZa heeft in haar advies «Langetermijnvisie Geneesmiddelenbeleid» van december 2008 (De weg naar vrije prijsvorming) aangegeven
dat naar haar oordeel overgegaan kon worden tot vrije tarieven per 1 januari 2011 als nieuwe prestatiebeschrijvingen farmaceutische
zorg in het kader van de Wet marktordening gezondheidszorg zouden zijn vastgesteld. Deze prestatiebeschrijvingen moesten dienen
als gemeenschappelijke onderhandelingstaal voor apotheekhoudenden en zorgverzekeraars en zouden gelden als randvoorwaarden
die de kwaliteit van farmaceutische zorg transparant maken voor zowel apotheekhoudenden, consumenten als zorgverzekeraars.
Het afgelopen jaar hebben zorgverzekeraars, apotheekhoudenden en consumentenorganisaties, onder regie van de NZa, hard gewerkt
aan een 10-tal nieuwe prestatiebeschrijvingen farmaceutische zorg. Deze vormen een gezamenlijke taal voor zorgverzekeraars
en zorgverleners voor vrije onderhandelingen, niet alleen op basis van prijs, maar ook op basis van kwaliteit en toegevoegde
waarde van de dienstverlening.
In 2011 zal een pilot plaatsvinden waarbij partijen ervaring kunnen opdoen met deze prestatiebeschrijvingen. Tevens kan de
tijd tot invoering van nieuwe prestatiebeschrijvingen door de NZa, per 1 januari 2012, door partijen worden benut om desgewenst
en zonodig aanpassingen in de ICT aan te brengen.
Met het oog op de overgang naar vrije tarieven heeft de NZa de afgelopen jaren het tarief geleidelijk meer flexibel gemaakt
en toegewerkt naar vrije tarieven door het belonen van extra kwaliteit en resultaat al zonder beperking onderhandelbaar te
maken.
3. Zakelijke inhoud van de aanwijzing
a. In de aanwijzing zal ik de NZa opdragen met ingang van 1 januari 2012 prestatiebeschrijvingen voor extramurale farmaceutische
zorg vast te stellen. Deze prestatiesbeschrijvingen laten ruimte voor zorgvernieuwing en extra kwaliteit die farmaceutische
zorgverleners en zorgverzekeraars gezamenlijk schriftelijk kunnen afspreken. Een en ander in overeenstemming met de ruimte
die de huidige tariefstructuur nu al biedt om aanvullende afspraken tussen apotheekhoudenden en zorgverzekeraars te belonen
(het zogenaamde max-max tarief).
b. Met ingang van 1 januari 2012 gelden vrije tarieven zoals bedoeld in artikel 57, vierde lid, onder c, van de Wmg.
4. Tot slot
De aanwijzing wordt gebaseerd op artikel 7 van de Wmg. Overeenkomstig artikel 8 van die wet zal tot het geven van de aanwijzing
niet eerder worden overgegaan dan nadat dertig dagen zijn verstreken na verzending van deze brief.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. I. Schippers