nr. 122
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 november 2009
Tijdens het Algemeen overleg over het geneesmiddelenbeleid van 8 oktober
2009 (kamerstuk 29 477, nr. 120) is onder meer de positie van het
Transitieakkoord farmaceutische zorg 2008/2009 (Transitieakkoord) aan de orde
gekomen. Tijdens het Verslag van dit Algemene overleg (VAO) op 29 oktober
2009 heeft de heer Van der Veen c.s. een motie ingediend die op 3 november
met algemene stemmen is aanvaard (Kamerstukken 2009–2010, 29 477,
nr. 114).
De motie constateert dat het Transitieakkoord is beëindigd nu de
Bond van generieke geneesmiddelenindustrie in Nederland (Bogin) uit het Transitieakkoord
is gestapt en «verzoekt de regering per omgaande schriftelijk te garanderen
dat geen sprake zal zijn van compensatie aan apothekers vanwege kostendaling
van geneesmiddelen en dat in ieder geval geen besluitvorming in dezen zal
plaatsvinden zonder dat overleg met de Kamer heeft plaatsgevonden».
Alvorens in te gaan op de motie zelf zal ik eerst enige toelichting geven
op het Transitieakkoord en de verplichtingen die daarin zijn opgenomen.
In het kader van het Transitieakkoord hebben de betrokkenen een aanvullende
financiële taakstelling op de uitgaven voor de geneesmiddelenvoorziening
geaccepteerd van per saldo € 340 mln voor 2008 en per saldo € 456 mln
voor 2009. De totaal te realiseren opbrengst onder het Transitieakkoord bedraagt
daarmee € 1311 mln in 2008 en € 1427 mln in
2009 met inachtneming van artikel 12, tweede lid van het Transitieakkoord.
Artikel 12, tweede lid van het Transitieakkoord luidt als volgt:
12.2 Indien naleving van de overeengekomen afspraken
te wensen overlaat, dan wel de beoogde doelstellingen dreigen niet, of niet
in voldoende dan wel in meer dan toereikende mate te worden bereikt, zullen
partijen daarover overleg plegen en zo nodig de afspraken aanpassen, preciseren
of verduidelijken».
In artikel 12, derde lid is aangegeven dat partijen het Transitieakkoord
onder omstandigheden kunnen opzeggen.
12.3 Partijen kunnen dit Transitieakkoord opzeggen
indien zij van mening zijn dat de in het Transitieakkoord beschreven inspanningen
onvoldoende plaatsvinden of debeoogde resultaten niet worden bereikt.
De redenen voor het opzeggen door de Bogin liggen vooral in de vormgeving
en de maatvoering van het (individuele) preferentiebeleid dat een aantal zorgverzekeraars
met ingang van 1 juli 2008 voert en de door de Bogin verwachte effecten
daarvan. Alsmede de wens om een en ander in rechte aan te kunnen vechten.
Niet zo zeer in uitbreiding van het individuele preferentiebeleid als zodanig.
Het ook door de Bogin ondertekende Transitieakkoord gaat immers juist uit
van het uitbreiding van het individuele preferentiebeleid ten koste van het
gezamenlijke preferentiebeleid dat kritiek ondervindt van de Europese Commissie.
Wat er ook zij van de beweegredenen van de Bogin om het Transitieakkoord
op te zeggen en of die binnen de termen van artikel 12, derde lid vallen en
wat de juridische consequenties daarvan mogen zijn, de overige partijen bij
het Transitieakkoord hebben te kennen gegeven verder te gaan op de met het
Transitieakkoord ingeslagen weg en er van uit te gaan dat het Transitieakkoord
in stand is gebleven. Ook de Bogin heeft na de opzegging aangegeven dat hij
de lijn van mijn langetermijnbeleid in de farmaceutische zorg ondersteunt
en dat hij aan de nadere concretisering en uitwerking daarvan en van het Transitieakkoord
blijft meewerken.
Ik heb u dat in antwoord op Kamervragen van de leden Zijlstra en Schippers
(beiden VVD) waarin mij werd gevraagd te reageren op het opzeggen van de Bogin
aangegeven. In die beantwoording (en ook in de beantwoording van vragen van
het Kamerlid mw Kant, SP) heb ik ook aangeven dat het Transitieakkoord door
het opzeggen van de Bogin niet is beëindigd (Kamerstukken 2007–2008,
Aanhangsel blz. 5499 en Kamerstukken 2007–2008, Aanhangsel blz. 5957).
Overigens is de discussie over het voortbestaan van het Transitieakkoord
min of meer academisch geworden nu de overige partijen bij het Transitieakkoord
hebben aangegeven het Transitieakkoord verder uit te voeren en zich houden
aan de bepalingen uit het akkoord en ook de Commissie monitoring Transitieakkoord
(met vertegenwoordigers van de Bogin) en de Stuurgroep Transitieakkoord (zonder
vertegenwoordigers van de Bogin), met enige regelmaat bij elkaar komen.
Binnenkort komt de Stuurgroep Transitieakkoord weer bij elkaar om onder
andere de opbrengst 2008 van het Transitieakkoord vast te stellen. De Commissie
monitoring van het Transitieakkoord komt tot een meeropbrengst over 2008 van € 108 mln.
De KNMP heeft verzocht om een bijeenkomst van de Stuurgroep Transitieakkoord
in verband met artikel 12, tweede lid van het Transitieakkoord om te overleggen
over de (oorzaken van de) meeropbrengst.
Bij de totstandkoming van het Transitieakkoord is afgesproken te overleggen
over minder- en meeropbrengsten en zo nodig de afspraken uit het Transitieakkoord
aan te passen, te verduidelijken of te preciseren. Ten aanzien van mogelijke
meeropbrengsten is afgesproken dat volume-effecten nimmer aanleiding tot compensatie
van één van de partijen bij het Transitieakkoord zou kunnen
zijn.
Vooralsnog zal eerst moeten worden gekeken naar de oorzaken van de meeropbrengst
en of er mogelijk al enige compensatie met betrekking totéén
van de partijen bij het Transitieakkoord heeft plaatsgevonden. (zoals bijvoorbeeld
voor apotheekhoudenden in de aanpassing van het tarief apotheekhoudenden door
de Nederlandse zorgautoriteit).
Ik heb tijdens het VAO al toegezegd dat ik geen besluit zal nemen (zo
ik dat al zelfstandig kan) zonder overleg met de Kamer. Immers bij het Transitieakkoord
zijn meerdere partijen betrokken die in beginsel allen zullen moeten instemmen
met eventuele aanpassingen, verduidelijkingen en precisering van de afspraken
daarin.
Ik zal u zo spoedig mogelijk van de uitkomsten van het overleg van de
Stuurgroep Transitieakkoord op de hoogte stellen.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
A. Klink