Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 juni 2012
Hierbij bied ik u het antwoord aan op het schriftelijke verzoek van de vaste commissie
voor BZK om een reactie op de nieuwe kwartaalcijfers van de NVM over het eerste kwartaal
2012. Deze vraag werd ingezonden op 17 april 2012.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J. W. E. Spies
Verzoek van de vaste commissie voor BZK om een reactie op de nieuwe kwartaalcijfers
van de NVM over het eerste kwartaal van 2012 (ingezonden op 17 april 2012).
Antwoord:
Volgens de (voorlopige) NVM-cijfers zijn in het eerste kwartaal van 2012 18 549 woningen
verkocht. Dit zijn er 15,6% minder dan in het laatste kwartaal van 2011 en 14,2% minder
dan een jaar geleden.
De gemiddelde verkoopprijs bedroeg in het eerste kwartaal van 2012 € 214 000. Dit
is 2,8% lager dan in het vorige kwartaal en 5,8% lager dan een jaar geleden.
Ook recente cijfers van het Kadaster – die een completer beeld geven maar in de tijd
achterlopen bij de cijfers van de NVM – geven een daling aan van het aantal kooptransacties
en van de koopprijzen in het eerste kwartaal van 2012.
Met de NVM ben ik van mening dat de achterliggende oorzaken van de ongunstige marktontwikkelingen
zijn het gebrek aan vertrouwen in de woningmarkt en onzekerheid over de toekomstige
economische ontwikkelingen. Tegelijkertijd zijn de banken voorzichtiger geworden bij
het verstrekken van hypotheken voor de aanschaf van een woning.
In haar persbericht vraagt de NVM het kabinet snel duidelijkheid te geven over nieuwe
maatregelen op de woningmarkt met betrekking tot de overdrachtsbelasting en de hypotheekrenteaftrek.
Met de recente afspraken in het Lenteaccoord1 wordt aan deze oproep van de NVM gehoor gegeven. Het demissionaire kabinet heeft
in samenspraak met een aantal partijen uit de Kamer besluiten genomen over de fiscale
behandeling van het eigen woningbezit.
De tijdelijke verlaging van de overdrachtsbelasting van 6% naar 2% wordt permanent
gemaakt. Dit zorgt ervoor dat een belangrijke belemmering om te verhuizen naar een
koopwoning structureel is weggenomen. Dat is niet alleen goed voor de woningmarkt
maar ook voor de mobiliteit op de arbeidsmarkt.
Tevens wordt de hypotheekrenteaftrek aangepast voor nieuwe hypotheken, waarbij aftrek
alleen mogelijk is wanneer de hypotheek minimaal volgens een annuitair systeem wordt
afgelost. Hiermee wordt niet alleen de belastingderving voor de Rijkskas op termijn
aanzienlijk verkleind, maar wordt ook de schuldenpositie van de Nederlandse huishoudens
sterk verbeterd. Met ditzelfde doel wordt de maximale Loan-to-value geleidelijk verlaagd
tot 100%.
Hiermee schept het kabinet duidelijkheid in de discussie over de fiscale behandeling
van het eigen woningbezit, waardoor de onzekerheid hierover voor potentiële kopers
is weggenomen. Dit laat onverlet dat de economische onzekerheden het vertrouwen van
de consumenten in de economie en de woningmarkt onder druk blijft zetten.