Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 oktober 2011
Op 12 september 2011 heeft de griffier van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken mij schriftelijk namens betreffende
commissie verzocht om de Kamer te informeren over het feit dat de Belastingdienst in Amsterdam geen toestemming wil geven
voor de verkoop van sociale huurwoningen die vallen onder de Koopgarant-regeling.
Mede namens de Staatssecretaris van Financiën bericht ik u als volgt.
Met bovengenoemde vraag verwijst u waarschijnlijk naar een recent artikel in de Telegraaf van 7 september jl., waarin wordt
uitgelegd waarom de bestaande Koopgarantregeling, zoals deze al door meer dan 160 corporaties wordt toegepast, in Amsterdam
niet mogelijk is. Reden is dat de huidige Koopgarantregeling niet is toegesneden op een stelsel van voortdurende erfpacht,
zoals dat in Amsterdam geldt. Op dit moment wordt door de gemeente Amsterdam gewerkt aan een nieuw model, waarin de financiële
en juridische aspecten van het Koopgarantprincipe worden toegesneden op de Amsterdamse situatie met voortdurende erfpacht.
Het is van belang dat het model voldoet aan de eigenwoningregeling van art. 3.111 van de Wet inkomstenbelasting 2001, in verband
met de mogelijkheid van hypotheekrenteaftrek.
Ik constateer dat de afstemming tussen de gemeente Amsterdam en de Belastingdienst goed verloopt en gericht is op een model
dat het wettelijk uitgangspunt en de belangen van alle partijen waarborgt.
Omdat het in Amsterdam op dit moment niet mogelijk is om woningen onder maatschappelijk gebonden eigendom te verkopen, ondersteun
ik de samenwerking van de gemeente Amsterdam met de Belastingdienst Amsterdam, de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties
en Stichting OpMaat (licentiehouder van Koopgarant) om te komen tot toepassing van een Koopgarantmodel voor Amsterdam. Dit
zou namelijk met name de middeninkomens kunnen helpen om een betaalbare koopwoning te kopen. Overigens vind ik het tevens
wenselijk dat er meerdere vormen van maatschappelijk gebonden eigendom in Amsterdam toegepast kunnen worden, zodat er meer
keuzemogelijkheden zijn.
In mijn waarneming verloopt de samenwerking tussen de gemeente Amsterdam, de corporaties en de Belastingdienst goed. Mijn
conclusie is dan ook dat de rol van de Belastingdienst constructief is. Van een weigering een goedkeuring te geven zoals in
het krantenartikel van 7 september jl. beschreven, is geen sprake. Ik vertrouw u met mijn toelichting voldoende te hebben
geïnformeerd.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J. P. H. Donner