29 453 Woningcorporaties

Nr. 186 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 juni 2011

Op 21 april 2011 heeft de griffier van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken mij schriftelijk (2011Z07932/2011D21084) namens betreffende commissie verzocht om het antwoord van mijn ministerie aan de heer D. d.d. 11 april 2011 nader te motiveren en aan de Kamer te doen toekomen. Tevens heeft hij namens genoemde commissie het verzoek gedaan om het forensisch onderzoek Rentree ter vertrouwelijke inzage aan te bieden aan de Kamer.

Voor wat betreft uw eerste verzoek verwijs ik naar een eerdere brief (zie bijlage)1 die ik naar de heer D. heb gestuurd. In deze brief is nader gemotiveerd waarom niet aan zijn verzoek zal worden voldaan.

Voor wat betreft uw tweede verzoek stel ik voorop dat het daarbij gaat om een rapport van de stichting Rentree dat aan hen is uitgebracht. Na overleg kan de stichting instemmen met vertrouwelijke kennisname van dit rapport door uw commissie.2 Met het oog daarop zal ik de griffier het rapport doen toekomen. Teneinde de privacy van personen te beschermen heb ik alle namen onzichtbaar gemaakt.

In het kader van uw verzoek acht ik het verder zinvol te melden dat ik de aansprakelijkheid van interne toezichthouders bij corporaties in het aan uw Kamer voorgelegde wetsvoorstel tot wijziging van de Woningwet wettelijk wil regelen.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
2

Ter vertrouwelijke inzage gelegd, alleen voor de leden, bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Naar boven