29 452 Tenuitvoerlegging van de tbs-maatregel

Nr. 136 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 oktober 2010

1. Inleiding

Hierbij doe ik u het rapport «Forensisch Psychiatrisch Toezicht, evaluatie van de testfase van een vernieuwde vorm van toezicht op tbs-gestelden» toekomen.1 Het betreft een onderzoek dat het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatie Centrum (WODC) heeft laten uitvoeren. Daarnaast zend ik u de uitkomsten van het themaonderzoek van de Inspectie voor de Sanctietoepassing (ISt) naar het reclasseringstoezicht bij proefverlof en voorwaardelijke beëindiging van de tbs-maatregel.

2. Testfase forensisch psychiatrisch toezicht

Het forensisch psychiatrisch toezicht (fpt) is een vernieuwde vorm van toezicht op tbs-gestelden. Het heeft ten doel om de maatschappelijke veiligheid te vergroten gedurende het uitstroomtraject van tbs-gestelden door het voorkomen dan wel verminderen van (de risico’s op) recidive tijdens en na afloop van het toezicht. Daarnaast dient het fpt een verantwoorde door- en uitstroom van tbs-gestelden te bevorderen.Het model is de afgelopen twee jaar getest.Het WODC heeft een plan- en procesevaluatie laten uitvoeren naar de testfase van het fpt.

Onderdeel van het forensisch psychiatrisch toezicht is het professionaliseren van de reclasseringstaak bij de tenuitvoerlegging van de tbs-maatregel. In het kader daarvan is het gemiddeld aantal beschikbare toezichturen verviervoudigd en wordt de intensiteit van het toezicht gericht afgestemd op het gevaars- en recidiverisico van de tbs-gestelde. Justitiabelen waarvoor een strikte controle noodzakelijk is, worden nu intensiever gevolgd, zodat signalen van terugval en dreigende recidive tijdig worden opgemerkt en direct kan worden ingegrepen. Daarnaast is een 24-uurs bereikbaarheidsdienst bij de reclassering opgericht, zodat ook buiten kantooruren voortvarend op risico’s of ernstige incidenten kan worden gereageerd. Ook zijn reclasseringswerkers verder opgeleid in psychopathologie en risicomanagement. De ISt heeft onderzoek verricht naar het reclasseringstoezicht als onderdeel van het forensisch psychiatrisch toezicht.

3. Resultaten WODC-onderzoek

Het WODC heeft onderzocht welke effecten van het forensisch psychiatrisch toezicht kunnen worden verwacht en of het vernieuwde toezicht in de praktijk uitvoerbaar is. Uit het onderzoek blijkt dat op grond van zowel de literatuur als de praktijkervaringen geconcludeerd mag worden dat het aannemelijk is dat het forensisch psychiatrisch toezicht bijdraagt aan het verminderen van recidive. Om vast te stellen wat de precieze effecten van het fpt zijn, wordt de aanbeveling gedaan een effectevaluatie uit te voeren

Het forensisch psychiatrisch toezicht heeft volgens het onderzoek ook een positief effect op vroegsignalering van terugval van tbs-gestelden. Dit komt onder meer doordat sprake is van meer behoud van kennis over de tbs-gestelde en meer forensisch psychiatrische expertise tijdens het forensisch psychiatrisch toezicht.

Daarnaast is volgens de procesevaluatie de samenwerking tussen fpc’s en reclasseringorganisaties op alle locaties verder ontwikkeld en geïntensiveerd.

Voor de veronderstelling dat het fpt ook zal bijdragen aan een betere door- en uitstroom is minder steun gevonden. Anderzijds zijn volgens het onderzoek uit de praktijk voorzichtige aanwijzingen dat de verbeterde samenwerking bijdraagt aan een grotere geneigdheid van de fpc’s om een tbs-gestelde verantwoord te laten doorstromen. Voorts wordt geconstateerd dat de multi-disciplinaire samenwerking met andere ketenpartners dan fpc en reclassering voor verbetering vatbaar is.

4. Uitkomsten ISt-onderzoek

De ISt concludeert dat in het toezicht op tbs-gestelden sprake is van een bovengemiddelde deskundigheid en alertheid bij reclasseringsmedewerkers. Hetzelfde geldt voor de kwaliteit van de samenwerking en de dossiervorming. De ISt is van oordeel dat er in de praktijk bij de totstandkoming van proefverlof en voorwaardelijke beëindiging volledig samenwerking plaatsvindt tussen het fpc en de reclassering. Voorts constateert de ISt dat de rapportage en de termijnstelling van rapportage goed op orde zijn. Daarnaast zijn de procedures bij overtreding van de voorwaarden helder en worden uniform toegepast. Ook is er volgens de ISt sprake van toegenomen deskundigheid bij de toezichthouders.

De inspectie is van oordeel dat de controletaak van de reclassering bij het toezicht nog voor verbetering vatbaar is. Soms worden controles routinematig en te weinig doeltreffend uitgevoerd en is er niet altijd aansluiting bij de werkwijze van de fpc. Verder blijkt dat niet in alle gevallen het diagnose-instrument RISc door de reclassering wordt toegepast, omdat deze niet aansluit op de risicotaxaties van de fpc’s. De verhouding tussen het diagnose-instrument RISc en de risicotaxaties van het fpc blijkt onduidelijk. Wel wordt volgens het ISt-onderzoek altijd een risicotaxatie uitgevoerd. Dit betreft de reguliere risicotaxatie door de fpc’s.

5. Beleidsreactie

Het toezicht op tbs-gestelden acht ik vanzelfsprekend van essentieel belang voor een geloofwaardige sanctietoepassing. Het draagt niet alleen bij aan de veiligheid door een verantwoorde terugkeer van de tbs-gestelde te realiseren, maar dient ook als handhaving van strafrechtelijke beslissingen. De geloofwaardigheid van het toezicht op tbs-gestelden staat of valt met een consequente toepassing ervan en door een directe en adequate reactie op overtreding van de voorwaarden door de tbs-gestelde. Slechts als de veiligheid binnen het toezicht gewaarborgd is, bestaat de ruimte om een verantwoorde terugkeer te realiseren. De ontwikkeling van het forensisch psychiatrisch toezicht blijkt volgens de onderzoeken hieraan een belangrijke bijdrage te leveren.

Uit het WODC-onderzoek blijkt dat het forensisch psychiatrisch toezicht een positief effect heeft op vroegsignalering van terugval van tbs-gestelden. Bovendien is volgens de ISt bij de uitvoering van het toezicht op tbs-gestelden sprake van een bovengemiddelde deskundigheid en alertheid bij reclasseringsmedewerkers en worden de procedures bij overtreding van de voorwaarden uniform toegepast. Dit betekent dat dreigende recidive vroegtijdig wordt gesignaleerd, zodat onmiddellijk kan worden ingegrepen waardoor gevaarsrisico’s en eventuele slachtoffers worden voorkomen. Deze verbeteringen moeten ervoor zorgdragen dat de terugkeer van tbs-gestelden met meer veiligheidswaarborgen is omkleed.

Op basis van de positieve resultaten van het WODC-onderzoek en het onderzoek van de ISt heb ik besloten het forensisch psychiatrisch toezicht begin 2011 landelijk te implementeren. Het fpt-model wordt vastgelegd in een beleidskader met een procesbeschrijving voor de uitvoerende instanties. Onderdeel van deze procesbeschrijving is dat andere ketenpartners, zoals het Openbaar Ministerie, daarbij actief worden betrokken. Alvorens ik tot landelijke implementatie overga, wordt het fpt op onderdelen aangescherpt op basis van de aanbevelingen van deze onderzoeken. Daarbij zal specifiek de doeltreffendheid van de controletaak van de reclassering worden meegenomen, evenals de aansluiting van deze taak bij de werkwijze van de fpc’s. Ten aanzien van de verhouding van het diagnose-instrument RISc en de risicotaxaties door de fpc’s merk ik op dat de reclassering reeds een RISc-variant heeft ontwikkeld die aansluit op risicotaxaties door fpc’s. In 2011 wordt gestart met de implementatie van deze tbs-module RISc. In 2012 laat ik een effectevaluatie uitvoeren naar de precieze effecten van fpt.

De afgelopen jaren zijn de termijnen van het toezicht op tbs-gestelden reeds aanzienlijk verruimd. Een bepaalde categorie tbs-gestelden, te weten zedendelinquenten, zal echter met het oog op de veiligheid van samenleving naar mijn oordeel permanent moeten worden gevolgd, zodat terugvalgedrag dat kan uitmonden in verhoogd risico op recidive blijvend kan worden gemonitord. Ik zal daarom begin 2011 een onderzoek starten naar de mogelijkheid van levenslang toezicht op zedendelinquenten na een tbs-behandeling. Het onderzoek moet ook bijdragen aan de inhoudelijke invulling en vormgeving van toezicht gericht op permanente risicobeheersing, waarbij de verbeteringen als gevolg van het forensisch psychiatrisch toezicht als mogelijke aanknopingspunten gelden.

6. Conclusie

Het forensisch psychiatrisch toezicht is zowel door wetenschappelijk onderzoek als door de Inspectie voor de Sanctietoepassing positief beoordeeld. Het forensisch psychiatrisch toezicht vormt een waardevol instrument, dat bijdraagt aan een meer verantwoorde terugkeer van tbs-gestelden in de maatschappij. Wel is er een aantal aanbevelingen op basis waarvan het vernieuwde toezicht nog verder kan worden aangescherpt. Met de landelijke implementatie van deze nieuwe toezichtsvorm streef ik ernaar in samenwerking met de ketenpartners de terugkeer van tbs-gestelden in de samenleving zo goed mogelijk te bewaken en gevaarsrisico’s te minimaliseren.

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

F. Teeven


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Naar boven