29 447 Evaluatie Wet inzake bloedvoorziening

Nr. 54 MOTIE VAN DE LEDEN PIA DIJKSTRA EN ELLEMEET

Voorgesteld 4 december 2019

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er nog steeds uitsluiting plaatsvindt bij bloeddonatie op basis van seksuele gerichtheid in plaats van risicogedrag, hetgeen ook geconstateerd wordt door het College voor de Rechten van de Mens (oordeelnummer 2019–60);

constaterende dat Frankrijk en Israël beleid voeren waarbij gedoneerd bloedplasma van mannen die seks hebben met mannen (MSM) ingevroren wordt en zij later, na twee tot vier maanden, opnieuw worden getest;

constaterende dat, op basis van EU Richtlijn 2004/33/EG van de Commissie, bloedplasma in Nederland een bewaartermijn van maximaal 36 maanden kan hebben en het opnieuw testen van gedoneerd bloedplasma dus mogelijk is;

overwegende dat het beleid rond het doneren van bloedplasma door MSM in Frankrijk en Israël niet heeft geleid tot extra risico's en goed is ontvangen door de doelgroep in beide landen;

van mening dat er stappen gezet dienen te worden naar een donatiebeleid waarbij risicogedrag als criterium gehanteerd dient te worden in plaats van seksuele gerichtheid;

verzoekt de regering, om samen met Sanquin voor de zomer van 2020 een landelijke pilot te starten, gebaseerd op de ervaringen van Frankrijk en Israël, zodat het doneren van bloedplasma door MSM mogelijk wordt zonder dat er onderscheid wordt gemaakt op seksuele gerichtheid en zonder een uitsluitingstermijn waarin MSM geen seksueel contact mogen hebben gehad,

en gaat over tot de orde van de dag.

Pia Dijkstra

Ellemeet

Naar boven