Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 mei 2014
In het algemeen overleg met uw Kamer op 6 februari 2014 verzocht u mij nadere informatie
te verstrekken over het eigen vermogen van de stichting Sanquin Bloedvoorziening.
Voordat ik inga op uw verzoek, licht ik kort toe wat de publieke en private activiteiten
van de stichting Sanquin Bloedvoorziening (hierna: Sanquin) inhouden.
De publieke taken van Sanquin zijn verankerd in de Wet inzake bloedvoorziening (hierna:
Wibv). Deze bestaan onder meer neer uit het inzamelen van vrijwillig en om niet gedoneerd
bloed als ook uit het bereiden van bloedproducten, zodat Nederland zelfvoorzienend
is in haar bloedvoorziening. De private activiteiten van Sanquin omvatten onder meer
de productie van de bloedproducten waarvan de marktoelating onder het regime van de
Geneesmiddelwet valt, de zogenaamde plasmageneesmiddelen. Het beschikbaar stellen
van deze plasmageneesmiddelen, dat gekoppeld is aan de Nederlandse behoefte, is echter
eveneens een wettelijke taak van Sanquin en heeft daarmee ook een publiek karakter.
Andere private activiteiten van Sanquin, zoals die van de weefselbank, vallen buiten
de reikwijdte van de Wibv.
Wat betreft het eigen vermogen van de Sanquin: jaarlijks publiceert Sanquin een geconsolideerde
jaarrekening over haar activiteiten, waar zowel de publieke als de private activiteiten
deel van uitmaken. In de geconsolideerde jaarrekening over 2012 is een eigen vermogen
opgenomen dat zowel het publieke als het private deel van Sanquin betreft. Dit eigen
vermogen bedraagt in de geconsolideerde jaarrekening over 2012 € 306,2 miljoen.
Het eigen vermogen van de Bloedbank (het publieke deel van Sanquin) maakt hier deel
van uit. Het eigen vermogen dat is toe te rekenen aan de Bloedbank bestaat uit twee
componenten. Dit zijn enerzijds de algemene reserve en anderzijds een bestemmingsreserve
ten behoeve van onderzoek.
Het aan de Bloedbank toe te rekenen eigen vermogen in de algemene reserve bedraagt
in de jaarrekening over 2012 € 72,8 miljoen. In mijn standpunt over de toekomst van
de Navelstrengbloedbank heb ik aangegeven dat een deel van het eigen vermogen uit
de algemene reserve van de Bloedbank kan worden ingezet voor uitbreiding van de Navelstrengbloedbank.1
Dit betekent dat het eigen vermogen in de algemene reserve van de Bloedbank ten opzichte
van 2012, bij gelijkblijvende omstandigheden, op termijn met circa € 8 miljoen daalt
naar circa € 64,8 miljoen. Naar aanleiding van signalen die ik daarover van Sanquin
heb gekregen, ben ik voornemens om in de loop van 2014 opnieuw te kijken naar de (gewenste)
verhouding tussen de hoogte van de algemene reserve van de Bloedbank en de risico’s
die bij het exploiteren en in stand houden van de Bloedbank op langere termijn worden
gelopen.
In de bestemmingsreserve voor onderzoek is eind 2012 volgens opgave van Sanquin een
bedrag van € 7 miljoen aanwezig, dat is toe te rekenen aan de Bloedbank. Deze middelen
zijn specifiek gereserveerd voor onderzoeksactiviteiten van de Bloedbank en worden
de komende jaren hierin geïnvesteerd.
Ik hoop dat ik u met het bovenstaande voldoende heb geïnformeerd en toegelicht over
het eigen vermogen van Sanquin.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.I. Schippers