Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 augustus 2021
In deze brief ga ik in op de maandrapportages «corona-inhaalslag examens» van het
CBR over de maanden juni en juli1. Deze rapportages ontvangt u conform mijn toezegging uit het notaoverleg CBR van
19 april jl. (Kamerstuk 29 398, nr. 932) Zoals ik in mijn brief van 25 mei (Kamerstuk 29 398, nr. 939) aangaf, besluit het CBR op basis van deze maandrapportages of het nodig is om tijdelijke
noodmaatregelen te treffen om de reserveringstermijnen voor praktijkexamens omlaag
te brengen.
Uit de maandrapportages blijkt dat er nu geen aanleiding is om tijdelijke noodmaatregelen
in te zetten. Het streven is om in januari 2022 een gemiddelde reserveringstermijn
voor het eerste B-praktijkexamen te realiseren van 10–14 weken en aan het einde van
2022 een gemiddelde reserveringstermijn van 7 weken (de afgesproken prestatie indicator).
De gemiddelde reserveringstermijn voor het eerste praktijkexamen B is nu 7,6 weken.
Ook blijkt uit de rapportages dat het aantal in te halen examens (zowel theorie- als
praktijkexamens en rijtesten) afneemt. Dat is te danken aan de capaciteitsverhogende
maatregelen die het CBR heeft genomen. Zo worden extra examinatoren geworven, zijn
de openingstijden voor theorie examencentra verruimd en wordt ook al langere tijd
overgewerkt door de medewerkers van het CBR. Hiervoor wil ik via deze weg wederom
mijn waardering uitspreken.
In het plan van aanpak van de Taskforce Examenafname geeft het CBR aan 100 extra examinatoren
op te willen leiden. De aangegeven planning is om vanaf september maandelijks klassen
te starten en in december de eerste extra examinatoren te laten instromen. Het CBR
geeft aan dat deze planning nog steeds actueel is: zo starten er in september drie
klassen van 12 personen.
De slagingspercentages voor praktijkexamens B schommelen in de periode maart–juli
tussen de 51% en 56%. Het CBR geeft aan dat daarmee sprake lijkt van een lichte opwaartse
trend.
De reserveringstermijnen voor theorie-examens zijn gemiddeld 11,1 weken in juli. Het
CBR verwacht dat de reserveringstermijnen voor theorie-examens snel zullen dalen wanneer
weer met volle zalen mag worden gewerkt. Nu wordt de zaalcapaciteit vanwege de geldende
coronaregels voor de helft benut.
Ik blijf in nauw contact met het CBR over de ontwikkeling van de cijfers. Ook tussen
de branche en het CBR is op regelmatige basis overleg. In augustus is onder meer gesproken
over de totstandkoming van een pilot met betrekking tot collegiale toetsing en over
voorlichting aan rijinstructeurs over de meest gemaakte fouten tijdens de praktijkexamens
B.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga