Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 december 2020
Zoals toegezegd in het debat over het CBR op 11 september 2019 (Handelingen 2018/19,
nr. 107, item 12) ontvangt u hierbij de maandelijkse rapportage van het CBR over de divisies Rijgeschiktheid
Medisch en Klantenservice over de maand november1. De rapportage laat zien hoe het CBR afgelopen maand heeft gepresteerd vergeleken
met het base case scenario van de prognose die u op 10 september 2019 heeft ontvangen.
De afgelopen maanden zijn er door het CBR stapsgewijs vorderingen gemaakt in de dienstverlening.
De reactietermijnen zijn sinds september binnen de kpi die met het CBR is afgesproken,
94% van de burgers ontvangt binnen 28 dagen een reactie van het CBR. De gemiddelde
reactietermijn is op dit moment twee weken.
Voor de negende maand op rij is de werkvoorraad gedaald, van ruim 181.000 dossiers
in februari 2020 tot circa 83.000 dossiers in november 2020. De werkvoorraad is hoger
dan de afgegeven prognose in september 2019 en wordt nader toegelicht in bijgevoegde
maandrapportage. Het getal van 30.000 uit de prognose refereert aan de hoogte van
de werkvoorraad in de periode voordat de problemen bij het CBR ontstonden en gewerkt
werd met het oude systeem SCOOP. Als referentiemaand is daarbij januari 2018 genomen.
Op basis van de huidige inzichten en bij de huidige werkwijze is een reguliere werkvoorraad
van circa 60.000 dossiers passend. Voornaamste reden hiervoor is dat met de ingebruikname
van het nieuwe systeem OPUS ook de werkwijze en de processen voor de medische beoordeling
van de rijgeschiktheid zijn gewijzigd. Dat heeft impact op de wijze waarop de werkvoorraad
wordt gedefinieerd. Het CBR verwacht dat de werkvoorraad in de loop van 2021 geleidelijk
naar een regulier niveau van 60.000 dossiers zal dalen.
Het aantal verlopen rijbewijzen is in november wederom gedaald ten opzichte van de
voorgaande maand en betreft circa 6.700 rijbewijzen. Dit is in lijn met de hoogte
van de werkvoorraad. Er is sprake van een licht corona-effect waardoor de wachttijden
bij medisch specialisten en bij de rijtest langer dan normaal zijn. Dit heeft een
beperkt aantal verlopen rijbewijzen tot gevolg. Verlopen rijbewijzen komen altijd
voor. Dit zijn veelal burgers die de gezondheidsverklaring (te) laat indienen waardoor
het rijbewijs al bij aanvang van de procedure verlopen is of op korte termijn verloopt.
Daarnaast is er een groep burgers die gaandeweg het proces besluiten de procedure
niet af te maken vanwege persoonlijke omstandigheden (ziek geworden, opgenomen in
verzorgingshuis, auto verkocht etc.).
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga