29 398 Maatregelen verkeersveiligheid

Nr. 846 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 juli 2020

Zoals toegezegd in het debat over het CBR op 11 september 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 107, item 12) ontvangt u hierbij de maandelijkse rapportage van het CBR over de divisies Rijgeschiktheid Medisch en Klantenservice over de maand juni1. De rapportage laat zien hoe het CBR afgelopen maand heeft gepresteerd vergeleken met het base case scenario van de prognose die u op 10 september 2019 heeft ontvangen (Kamerstuk 29 398, nr. 743).

Het aantal verlopen rijbewijzen is in juni vrijwel gelijk aan de maand mei. Als gevolg van het verbod op het uitoefenen van contactberoepen werden er in de periode 16 maart tot 11 mei minder rijbewijskeuringen gedaan en zijn er bij het CBR minder keuringsverslagen ingediend. Dit had tot gevolg dat op een groot aantal verlopen rijbewijzen door het CBR geen besluit genomen kon worden. Afgelopen periode is het aantal keuringen geleidelijk aan weer opgelopen. Hoe het aantal verlopen rijbewijzen zich verder zal ontwikkelen is sterk afhankelijk van de mate waarin keuringsartsen en medisch specialisten de ontstane achterstand gaan inlopen.

Door burgers zijn in juni meer gezondheidsverklaringen ingediend vergeleken met mei en dit is conform de afgegeven prognose. Daarnaast was het aantal genomen besluiten door het CBR hoger dan het aantal ingediende gezondheidsverklaringen wat resulteerde in een daling van de werkvoorraad.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven