Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | 29398 nr. 706 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | 29398 nr. 706 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 juni 2019
Tijdens het AO Verkeersveiligheid van 13 december 2018 (Kamerstuk 29 398, nr. 659) heb ik uw Kamer toegezegd een brief te sturen over de aanpak van het frauderen met tellerstanden van voertuigen, kort gezegd «tellerfraude». In navolging van het VAO Verkeersveiligheid op 17 januari 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 42, item 4) is vervolgens een door het lid Remco Dijkstra (VVD) ingediende motie aangenomen waarin de regering wordt verzocht de fraude met kilometerstanden adequaat aan te pakken door maatregelen te nemen, en de Kamer hierover voor het eerstvolgende AO Verkeersveiligheid te informeren1. Middels deze brief wordt invulling gegeven aan zowel de toezegging als deze motie. Omdat de aanpak van tellerfraude ook een belangrijke preventieve component kent, stuur ik u deze brief mede namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat.
Preventie van tellerfraude
Om fraude met het wijzigen van de tellerstand van motorrijtuigen tegen te gaan, is op 1 januari 2014 een wijziging van de Wegenverkeerswet (Wvw 1994) in werking getreden2. De wijziging van de Wvw 1994 voorzag in een verbod om tellerstanden te wijzigen of de werking van de kilometerteller te beïnvloeden en een registratie van tellerstanden door de RDW.
Naar aanleiding van de evaluatie van deze wetswijziging, is uw Kamer op 11 december 2017 geïnformeerd over de effectiviteit van de wetswijziging en een aantal maatregelen die zijn genomen om tellerfraude tegen te gaan3. Uit de evaluatie volgde dat de registratie van tellerstanden doeltreffend en doelmatig is. Het aantal geregistreerde tellerstanden is toegenomen en de registratie heeft aan betrouwbaarheid en zorgvuldigheid gewonnen. De evaluatie laat ook zien dat het aantal onlogische tellerstanden sterk is teruggedrongen. Sinds de evaluatie is er nog een aantal aanvullende maatregelen genomen om de aanpak van tellerfraude verder te versterken.
In Nederland wordt bij bijna ieder bezoek aan de garage de tellerstand van een auto geregistreerd. Met name bij jonge voertuigen, die nog niet APK-plichtig zijn en weinig tot geen grote reparaties of onderhoudsbeurten behoeven, is het aantal garagebezoeken echter beperkt. Om de registratie van tellerstanden bij deze groep voertuigen te bevorderen, wordt er op dit moment gewerkt aan een wijziging van het Besluit voertuigen waarmee de grens van 150 euro voor de registratie van tellerstanden bij reparatie, onderhoud en bandenwissel (ROB-bezoeken) wordt losgelaten. Hierdoor zal het aantal registraties van tellerstanden naar verwachting toenemen en de mogelijkheid om tellerfraude te plegen verder worden verminderd.
Op dit moment is niet geregeld dat tellerstanden van motorfietsen worden geregistreerd waardoor de reeds bestaande maatregelen geen uitwerking hebben op deze voertuigen. In de wijziging van het Besluit voertuigen wordt daarom ook de juridische basis gelegd om een registratie van tellerstanden van motorfietsen op te zetten.
Een ongewenste ontwikkeling in de aanpak van tellerfraude is dat er onlangs een apparaat op de markt is gekomen om de teller van een auto tijdens het rijden stil te zetten, een zogenaamd tellerblokkade-apparaat. Na installatie in het voertuig, zorgt dit apparaat er voor dat er tijdens het rijden er geen of slechts een beperkte hoeveelheid kilometers worden bijgeschreven op de teller. Ondanks dat er op dit moment, voor zover bekend, nog niet veel handel is in dit apparaat, is het belangrijk om te voorkomen dat dit gaat toenemen. In de hierboven genoemde wijziging van het Besluit voertuigen zal om die reden ook een verbod op dit apparaat worden opgenomen, vergelijkbaar met het verbod zoals dat nu geldt op radarontvangstapparaten. De inwerkingtreding van deze wijzigingen in het Besluit voertuigen is voorzien op 1 juli 2020.
Verder is sinds 1 januari 2019 als proef door de Dienst Wegverkeer (RDW) het tellerrapport gratis aangeboden. De eigenaar of houder van een auto kan dit rapport bij de RDW aanvragen en bij de verkoop van de auto aanbieden aan mogelijke kopers. Medio september van dit jaar zal de RDW hier een korte evaluatie op uitvoeren.
Om te kijken of er nog aanvullende mogelijkheden zijn om de tellerstand van een voertuig te registreren, is bezien of er ook tellerstanden kunnen worden opgenomen op het vrijwaringsbewijs. Het opnemen van de tellerstand op het vrijwaringsbewijs is echter om verschillende redenen niet gewenst. Zo zou het opnemen van de tellerstand op het vrijwaringsbewijs een zekere aansprakelijkheid van de verkoper impliceren, terwijl het document juist bedoeld is om de verkoper te vrijwaren van de verantwoordelijkheid voor het voertuig. Daarnaast wordt het document pas afgegeven aan de verkoper nadat de verkoop van het voertuig is afgerond. Het is effectiever wanneer dat de koper van het voertuig de tellerstand van het voertuig voorafgaand aan de verkoop controleert, bijvoorbeeld door de verkoper te verzoeken een tellerrapport te overhandigen. Bovendien zou deze maatregel alleen van toepassing zijn op het verhandelen van voertuigen binnen Nederland, terwijl de meeste winst in de preventieve aanpak van tellerfraude te behalen is bij geïmporteerde voertuigen.
Het ontbreekt momenteel echter aan een Europese verplichting voor de centrale registratie en uitwisselen van tellerstanden tussen lidstaten. Hierdoor is het lastig om tellerfraude bij importvoertuigen aan te pakken. In Nederland en België worden tellerstanden wel centraal geregistreerd en sinds november 2017 als pilot ook uitgewisseld bij import en export van auto’s. Uit de voorlopige resultaten van de evaluatie van de pilot wordt duidelijk dat het aantal gevallen van een vermoedelijk gemanipuleerde tellerstand bij een geïmporteerd voertuig vanuit België naar Nederland en omgekeerd significant is afgenomen. Samen met RDW wordt gekeken of er nog mogelijkheden zijn om de resultaten van de pilot verder te verbeteren, de kilometerhistorie uit andere landen ook beschikbaar te stellen en zal worden bezien of het mogelijk is om de pilot uit te breiden naar andere EU-lidstaten die op dit moment al tellerstanden uitwisselen of in de toekomst gaan uitwisselen. De definitieve resultaten van de pilot worden eind juni door de RDW opgeleverd.
Ook uit Europees onderzoek in opdracht van het Europees parlement blijkt dat de Nederlandse en Belgische aanpak van centrale tellerstandregistratie en onderlinge uitwisseling bij import en export zeer effectief is4. Naar aanleiding hiervan heeft het Europese parlement de Europese Commissie verzocht om met een voorstel te komen voor een internationale aanpak van tellerfraude. Dit voorstel zal naar verwachting in de termijn van de volgende Europese Commissie verschijnen.
Strafrechtelijke aanpak
In aanvulling op de effectief gebleken preventieve maatregelen vormt het strafrecht het sluitstuk van de aanpak van tellerfraude. Manipulatie van de tellerstand is verboden. Om dit te benadrukken is vanaf 1 januari 2014, met artikel 70m van de Wvw 1994, specifiek strafbaar gesteld om de tellerstand van een motorrijtuig zodanig te wijzigen of te doen wijzigen, of de werking van de kilometerteller zodanig te beïnvloeden of te doen beïnvloeden dat de op de teller aangegeven afstand niet overeenkomt met de door dat motorrijtuig werkelijk afgelegde afstand. Het gaat bij de specifieke strafbaarstelling van tellerfraude in de eerste plaats om het preventieve effect en deze moet dan ook gezien worden als een aanvulling op strafbare gedragingen zoals oplichting (strafbaar gesteld in artikel 326 Wetboek van Strafrecht (Sr) en valsheid in geschrifte (artikel 225 Sr).
Ten aanzien van de inzet van het strafrecht op tellerfraude zien we een enigszins stijgende lijn. In 2018 heeft het OM elf zaken van tellerfraude in behandeling genomen. In 2015 waren er dat nog drie, in 2016 tien en in 2017 acht. De eerste concrete ervaringen wijzen er op dat de specifieke strafbaarstelling in strafrechtelijke zin weinig extra houvast biedt. Omdat de inzet van het Openbaar Ministerie (OM) primair gericht is op de ernstige gevallen van tellerfraude, is er in de praktijk vaak samenloop met de strafbepalingen die zien op oplichting en valsheid in geschrifte. Zo werd in 2017 in drie van de acht zaken gebruik gemaakt van artikel 70m Wvw 1994, maar in de meeste gevallen werd artikel 326 Sr (oplichting) toegepast.
Tijdens het VAO Verkeersveiligheid van 17 januari 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 42, item 4) werd door het lid Remco Dijkstra (VVD) voorgesteld om het verbod op tellerfraude op te nemen in artikel 67 Wetboek van Strafvordering (Sv). Dit zou betekenen dat voorlopige hechtenis, en daarmee de inzet van bijzondere opsporingsbevoegdheden, mogelijk wordt. Een dergelijke uitbreiding van artikel 67 Sv zou in de praktijk weinig meerwaarde hebben. Zoals hierboven aangegeven richt het OM zich bij de aanpak van tellerfraude primair op de ernstige gevallen en kan er daarom in veel gevallen ook een verdenking terzake oplichting (artikel 326 Sr) en/of valsheid in geschrifte (artikel 225 Sr) worden geconstrueerd. In die gevallen gaat het om feiten waarvoor ingevolge het wettelijk strafmaximum voorlopige hechtenis wel mogelijk is. Bovendien kennen zowel de hoofdregel voor het toepassen van voorlopige hechtenis (vier jaar) als uitzonderingen daarop (twee of drie jaar) een hoger strafmaximum dan het neergelegde wettelijke strafmaximum van artikel 70m Wvw 1994 van maximaal 1 jaar. En voor het toepassen van voorlopige hechtenis is nu juist het wettelijk strafmaximum bepalend. Er zijn enkele misdrijven waarvoor voorlopige hechtenis mogelijk is waar een strafmaximum van één jaar geldt. Maar daar maken het gevaarzettend karakter of de bijzondere aard voorlopige hechtenis wenselijk. Dat ligt hier anders. Van belang is ook dat geen van de andere in artikel 176 Wvw 1994 vermelde misdrijven is opgenomen in artikel 67 Sv.
Daarnaast wordt door de Vereniging Aanpak Tellerfraude (VAT) voorgesteld om het in bezit te hebben van een auto met een onjuiste tellerstand strafbaar te stellen. Deze maatregel acht ik niet wenselijk omdat hierdoor ook mensen die te goeder trouw een voertuig met een teruggedraaide teller hebben gekocht in de problemen worden gebracht. Door het strafbaar te stellen om een auto met een onjuiste tellerstand in bezit te hebben, wordt de bewijslast omgekeerd. De autobezitter moet dan aantonen niet op de hoogte te zijn van de onjuiste tellerstand. Een dergelijke omkering van de bewijslast past niet binnen het systeem van het Nederlands strafprocesrecht, in ons stelsel is het aan het OM om te bewijzen dat er sprake is van daderschap van wijziging van de tellerstand.
Om de effectiviteit van het strafrecht als sluitstuk van de aanpak van tellerfraude verder te verhogen, zal de samenwerking met de keten versterkt worden. Het gaat daarbij zowel om het effectiever binnenhalen van de kennis over (beroeps)fraudeurs vanuit de VAT voor opsporingsdoeleinden als het beter gezamenlijk (publicitair) benutten van een krachtige en efficiënte afdoening van zaken. Hiermee ondersteunen wij de succesvolle en doelgerichte samenwerking tussen de RDW en de VAT om tellerfraude structureel aan te pakken. De aanpak binnen Nederland heeft bewezen dat dit ernstige probleem daadwerkelijk teruggedrongen kan worden. Het is nu zaak om onze ervaring zo goed mogelijk internationaal in te zetten, zodat de fraude bij import en export ook teruggedrongen wordt.
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus
TRT Trasporti e Territorio, 2017, Research for TRAN Committee – Odometer tampering – measures to prevent it, European Parliament, Policy Department for Structural and Cohesion Policies, Brussels.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29398-706.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.