29 398 Maatregelen verkeersveiligheid

Nr. 1034 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 november 2022

Rijden onder invloed van alcohol, drugs en/of rijgevaarlijke medicijnen (hierna ROI) vermindert de rijgeschiktheid en vergroot de kans op een ongeval aanzienlijk. Het is dan ook een misdrijf.

In deze brief wordt u geïnformeerd over afgeronde onderzoeken binnen het dossier ROI, twee van deze onderzoeken zijn bij deze brief gevoegd. Daarnaast wordt u op de hoogte gebracht over de wijze waarop uitvoering is gegeven aan de motie van het lid Eerdmans1 over het meenemen van de strafmaat voor vergrijpen zoals ROI in publieksvoorlichtingscampagnes van de rijksoverheid.

Rijden onder invloed in Nederland in 2006–2022

In 2022 zijn de aselecte2 metingen uitgevoerd voor het tweejaarlijkse onderzoek Rijden onder invloed van alcohol (bijlage 1). Dit is een jaar later dan gepland en er zijn ook minder blaastesten afgenomen vanwege een beperkte politiecapaciteit door COVID-19. Er zijn 4.815 blaastesten afgenomen. De resultaten van hetonderzoek zijn betrouwbaar en representatief doordat dezelfde onderzoeksmethode is gebruikt als in de eerdere onderzoeken. In 2017 was het percentage bestuurders dat in de weekendnachten reed onder invloed van alcohol 1,4. In 2019 was dit 2,3 procent en in 2022 is het gestegen naar 2,6 procent. De stijging van rijden onder invloed van alcohol lijkt hiermee door te zetten.

Aanvullend op de blaastesten is dit jaar voor het eerst via een panel een vragenlijstonderzoek gedaan naar zelfgerapporteerd gedrag rondom ROI. 4.827 bestuurders die ten minste soms als bestuurder gebruik maken van auto, motor, vrachtwagen, bromfiets, scooter en/of snorfiets (representatief wat betreft geslacht, leeftijd, opleiding en regio) hebben hieraan deelgenomen. Van deze bestuurders zegt 91 procent in de afgelopen 12 maanden niet gereden te hebben onder invloed van alcohol, drugs of medicijnen. 5 procent heeft aangegeven onder invloed van meer alcohol dan wettelijk toegestaan te hebben gereden, 4 procent onder invloed van medicatie met een gele sticker (dit betekent dat een medicijn de rijvaardigheid kan beïnvloeden) en 1 procent onder invloed van drugs.

Dit prevalentieonderzoek was de laatste in deze lopende reeks. Een nieuw prevalentieonderzoek wordt aanbesteed waarbij wordt gekeken naar uitbreiding met drugs en rijgevaarlijke medicijnen. Verder zullen metingen worden verspreid over de weekdagen en -nachten in plaats van enkel de weekendnachten.

Middelengebruik onder verkeerslachtoffers

In 2022 zijn twee onderzoeken gedaan naar middelengebruik onder verkeersslachtoffers die de spoedeisende hulp (SEH) hebben bezocht. Ten eerste een haalbaarheidsonderzoek naar metingen onder slachtoffers op de SEH, zoals toegezegd in het Landelijk actieplan verkeersveiligheid 2022–20253 (maatregel 32). Hierbij is gekeken of het mogelijk is middelengebruik te meten onder verkeersslachtoffers op de spoedeisende hulp.4 Volgens het onderzoek lijkt een speekselonderzoek, aangevuld met een vragenlijst het best haalbaar.

Ten tweede is een analyse uitgevoerd op eerder verzamelde data van SEH-afdelingen in de periode van 2012–2021 (zie bijlage 2). Hierbij is gekeken welke informatie uit het Letsel Informatie Systeem (LIS) kan worden gehaald over ROI door bestuurders van gemotoriseerde voertuigen. Het landelijk aantal bestuurders van een gemotoriseerd voertuig die in 2021 voorafgaand aan hun verkeersongeval alcohol en/of drugs gebruikt hadden wordt geschat op ongeveer 1.400 (tussen 800 en 2.000). Dit komt neer op vier procent van alle bestuurders van gemotoriseerde voertuigen die de SEH-afdeling bezochten naar aanleiding van een verkeersongeval. Deze informatie kan worden gebruikt om de risico’s van alcohol en drugs in het verkeer te duiden en om te monitoren.

De resultaten van deze onderzoeken worden meegenomen in de verdere uitwerking van een onderzoeksprogramma ROI zoals toegezegd in het landelijk actieplan verkeersveiligheid (maatregel 31).

Afdoening motie strafmaat in publiekvoorlichtingscampagnes

Op 14 oktober 2021 (Handelingen II 2021/22, nr. 12, item 15) heeft het lid Eerdmans een motie ingediend over het meenemen van de strafmaat in publieksvoorlichtingscampagnes van de rijksoverheid. Uit een toen reeds lopend Communicatie Activatie Strategie Instrument (CASI)-traject over een publiekvoorlichtingscampagne tegen middelengebruik in het verkeer kwam naar voren dat er weinig kennis is over de wettelijke norm en de strafmaat bij rijden onder invloed bij weggebruikers. Op dit moment wordt een handreiking opgesteld voor communicatiemedewerkers van o.a. (mede-) overheden en andere partijen met daarin de laatste inzichten over communicatie over middelengebruik in het verkeer inclusief de wettelijke norm en de strafmaat. Hiermee is de motie afgedaan.

Het advies uit het CASI-traject was verder geen brede publieksvoorlichtings-campagne te voeren tegen middelengebruik in het verkeer. De doelgroepen en de uitwerking van de middelen zijn te verschillend. Het is effectiever de communicatie te richten op specifieke doelgroepen en middelen om drugsgebruik niet verder te normaliseren. De resultaten van het CASI-traject worden als bouwstenen meegenomen voor het opstellen van een communicatiestrategie binnen de integrale aanpak van ROI.

Tot slot

Het is duidelijk dat ROI een prioriteit is en moet blijven in de komende jaren. Daarom is ROI ook een van de thema’s in het landelijk actieplan verkeersveiligheid 2022–2025. Hierin wordt ingezet op een integrale aanpak ROI waarbij wordt ingezet op meer weten, meer samenwerken en een verbeterde aanpak van (zware) overtreders. Naar verwachting wordt de integrale aanpak ROI in het tweede kwartaal van 2023 aan de Kamer gestuurd.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers


X Noot
1

Kamerstuk 29 279, nr. 679.

X Noot
2

Hierbij houdt de politie willekeurig bestuurders staande en wordt een blaastest afgenomen.

X Noot
3

Bijlage bij Kamerstuk 29 398, nr. 998.

Naar boven