Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 mei 2012
Met deze brief voldoe ik aan het verzoek van uw Kamer om vóór het debat over de Beginselenwet
AWBZ-zorg, te reageren op berichten in de media (waaronder EenVandaag, Telegraaf en
Nederlands Dagblad) dat ouderen in verpleeg- en verzorgingshuizen worden bestolen
door medewerkers van de zorginstelling. Mede naar aanleiding van deze berichten zijn
er de afgelopen periode door verschillende leden van uw Kamer vragen gesteld.
Zoals ik eerder in de beantwoording van de Kamervragen hierover heb aangegeven, vind
ik het verschrikkelijk wanneer er gestolen wordt, van kwetsbare mensen.1 Een zorginstelling is, gelukkig, geen gesloten instelling, maar staat midden in de
maatschappij en in verbinding met de buitenwereld. Ik vind dat ook heel belangrijk
voor de mensen die er wonen. In de maatschappij is het jammer genoeg zo dat er soms
wordt gestolen, dit overkomt niet alleen ouderen in een zorginstelling. Niet alleen
medewerkers kunnen stelen, maar ook mensen die van buitenaf komen, zoals vrijwilligers,
bezoekers, leveranciers etc. Hhet bestelen van kwetsbare mensen is extra pijnlijk.
Zij zijn niet altijd bij machte om zich te verdedigen of zijn door hun afhankelijke
positie bang om aangifte te doen. Zorginstellingen moeten daarom zorgen voor effectieve
preventieve maatregelen en een veilig klimaat creëren. De cliënten die aan hun zorg
zijn toevertrouwd moeten erop kunnen vertrouwen dat zij zelf en hun bezittingen bij
de medewerkers in veilige handen zijn.
Ik blijf er op aandringen, zowel bij de cliënten, hun vertegenwoordigers en de zorginstellingen,
dat als diefstal toch plaatsvindt, in het belang van de slachtoffers altijd aangifte
bij de politie wordt gedaan. Dit is in eerste instantie een verantwoordelijkheid van
de cliënt zelf. Als hij of zij het niet zelf kan dan mag en moet de zorginstelling
aangifte doen namens de cliënt. Ik pleit ervoor dat zorginstellingen getroffen cliënten
stimuleren tot en/of ondersteunen bij het doen van aangifte.
Daar waar een medewerker verantwoordelijk is voor de diefstal, dient de zorginstelling
direct in te grijpen. Het ontslagrecht biedt de mogelijkheden om deze medewerkers
op staande voet te ontslaan. Verder vind ik het onwenselijk dat een medewerker die
een cliënt heeft bestolen opnieuw in de ouderenzorg aan het werk gaat.
Het Nationaal Ouderenfonds stelt voor een «zwarte lijst» in te voeren voor stelende
medewerkers in de ouderenzorg. In het kader van het project «Voorkomen van financiële
uitbuiting» van het Actieplan «Ouderen in veilige handen», wil ik samen met partijen
en de Inspectie voor de Gezondheidszorg nagaan of een zogenaamde zwarte lijst wenselijk
en mogelijk is. Ik wil zorgvuldig onderzoeken welke juridische aspecten een dergelijke
lijst met zich meebrengt alvorens hierover een besluit te nemen.
Op verschillende wijzen werk ik aan het zoveel mogelijk voorkomen van diefstal van
kwetsbare ouderen. Dat kan ik echter niet alleen. Ik ga ervan uit dat de zorginstellingen
hun primaire verantwoordelijkheid in dezen nemen. Daarom zal ik met de betrokken brancheverenigingen
afspraken maken hoe zij hun beleid op het gebied van diefstal kunnen aanscherpen.
De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. L. L. E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner