Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 februari 2017
Hierbij doe ik u de heden door mij ondertekende Startbeslissing A20 Nieuwerkerk a/d
IJssel-Gouda toekomen1.
De Startbeslissing vloeit voort uit een motie van de leden Hoogland en Visser uit
2015 (Kamerstuk 34 300 A, nr. 29) om de eerder in het kader van «Rotterdam Vooruit» (bijlage bij Kamerstuk 32 598, nr. 2) in 2011 uitgevoerde verkenning voor de A20 Nieuwerkerk-Gouweknoop te actualiseren,
om de procedure voor deze verkenning zo spoedig mogelijk te starten en de te treffen
maatregelen zo spoedig mogelijk ter hand te nemen.
Nadien heb ik in 2016 een verkeersanalyse laten uitvoeren en heb ik in het najaarsoverleg
van het MIRT 2016 met de regio afgesproken om in het eerste kwartaal van 2017 een
Startbeslissing te nemen.
De Startbeslissing is in nauw overleg met de bestuurlijke en maatschappelijke partners
uit de regio tot stand gekomen.
In de verkenning zullen een aantal alternatieven voor de verbreding van de A20 tussen
Nieuwerkerk en Gouda worden onderzocht. Daarnaast zullen mogelijke aanvullende bereikbaarheidsmaatregelen
onderzocht worden, bijvoorbeeld de fiets en mobiliteitsmanagement. De Startbeslissing
noemt ook enkele meekoppelkansen, bijvoorbeeld voor natuur, waterhuishouding en klimaatadaptatie.
Duurzaamheid wordt een integraal onderdeel van de te realiseren oplossing.
De Startbeslissing gaat uit van een tracéwetprocedure zonder structuurvisie. De procedure
wordt opgeknipt in twee fasen: in de eerste fase van de verkenning wordt toegewerkt
naar een voorkeursbeslissing. Daarna start de planuitwerkingsfase die vervolgens leidt
tot een ontwerp-tracébesluit en een tracébesluit.
De voorlopige planning is als volgt:
|
|
– Bestuurlijke voorkeursbeslissing:
|
eind 2018
|
– ontwerp-tracébesluit:
|
2019
|
– Tracébesluit:
|
2020
|
– Start realisatie:
|
2023
|
De financiële middelen voor het project komen in 2023 beschikbaar en daarom is de
start van de realisatie ook pas in dat jaar voorzien. Ik heb echter in het MIRT-overleg
van het najaar 2016 met de regio afgesproken te zoeken naar mogelijkheden voor versnelling
van de start van de realisatie, namelijk in het geval dat de regio bereid is tot voorfinanciering.
Dit zal in dat geval worden vastgelegd in een aparte bestuursovereenkomst.
In het MIRT is € 173 miljoen gereserveerd voor de verbreding van de A20 in de periode
2023 – 2026. Dit bedrag is eerder met u gedeeld bij de invulling van de bezuinigingen
op het Infrafonds in 2013. Dit betekent niet dat dit bedrag ook voor het project wordt
ingezet. Bij het vaststellen van het voorkeursbesluit en het bijbehorende maatregelenpakket
zal een taakstellend budget voor de maatregelen worden vastgesteld.
Voor het overige verwijs ik naar de Startbeslissing2.
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus