Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 oktober 2016
Hierbij doe ik u de heden door mij ondertekende Startbeslissing voor het project A67
Leenderheide – Zaarderheiken toekomen1.
Het project is onderdeel van het Programma Bereikbaarheid Zuid-Nederland (Kamerstuk 34 300 A, nr. 16) (inmiddels met de benaming «Smartwayz.nl»), waarmee u in november 2015 instemde.
De A67 is de internationale doorvoerroute van Antwerpen en Rotterdam naar het Roergebied
en is ook van regionaal en lokaal belang voor de regio’s Eindhoven (Brainport) en
Venlo (Greenport). Er is op de route uitzonderlijk veel vrachtverkeer. Op de weg doen
zich, met name in het westelijke deel tussen Eindhoven en Asten, ook doorstromingsproblemen
voor. Tenslotte wordt de weg door velen ook als onveilig ervaren.
Ik heb met de regio in het Bestuurlijk Overleg MIRT in 2015 afgesproken dat ik in
2016 een Startbeslissing neem voor de A67 tussen Leenderheide en Zaarderheiken. Daar
geef ik nu uitvoering aan. Uitgangspunt voor het project is volgens afspraak: «Smart
Mobility waar mogelijk en capaciteitsvergroting waar nodig». Prioriteit voor maatregelen
ligt op het traject Leenderheide-Asten.
Tijdens de verkenning zal ik – op advies van de Programmaraad van «Smartwayz.nl» en
in samenspraak met de regio – bezien of de afgesproken volgtijdelijkheid van de aanpak
van de A67 (namelijk na de aanpak van de A58 Tilburg-Eindhoven) de meest logische
is.
Voor het project is € 208 miljoen beschikbaar, waarvan € 55 miljoen afkomstig van
de provincie Noord-Brabant, € 3 miljoen van de provincie Limburg en € 150 miljoen
van het Rijk. Dit budget kan mogelijk nog aangevuld worden met een bedrag uit het
generieke budget van € 59 miljoen, beschikbaar in het Programma voor Smart Mobility-maatregelen.
Duurzaamheid maakt integraal onderdeel uit van de MIRT-verkenning. Verschillende aspecten
met betrekking tot duurzaamheid zijn opgenomen in het beoordelingskader in de Startbeslissing.
Daarnaast wil ik dat kansen die zich voordoen tijdens het ontwerp en de realisatie
in dat proces meegenomen worden.
Hiermee wil ik bereiken dat duurzaamheid een integraal onderdeel wordt van de te realiseren
oplossing.
In de Startbeslissing is aangegeven dat qua procedure gekozen wordt voor een tracéwetprocedure
met een sectorale structuurvisie (dus inclusief een plan-m.e.r.). Hiervoor wordt niet
alleen gekozen vanwege de opdracht «Smart Mobility waar mogelijk en capaciteitsvergroting
waar nodig», maar ook omdat oorzaak van diverse problemen en mogelijke oplossingen
nog niet direct voor de hand liggen.
De verkenning moet via een structuurvisie met plan-m.e.r. leiden tot een door mij
te nemen voorkeursbeslissing in het najaar van 2018. Daarna treedt de planuitwerkingsfase
in die (waarschijnlijk) uitmondt in een tracébesluit in 2020.
Voor het overige verwijs ik – kortheidshalve – naar de Startbeslissing.
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus