29 383 Meerjarenprogramma herijking van de VROM-regelgeving

Nr. 200 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 6 juli 2012

Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu heeft een fractie de behoefte om enkele vragen en opmerkingen voor te leggen aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu over de brief van 21 mei 2012 inzake het ontwerpbesluit houdende wijziging van het Registratiebesluit externe veiligheid en het Besluit externe veiligheid inrichtingen (aanpassing aan het Besluit externe veiligheid buisleidingen en wegnemen van onvolkomenheden) (Kamerstuk 29 383, nr. 197).

De staatssecretaris heeft deze vragen beantwoord bij brief van 5 juli 2012.

Vragen en antwoorden, voorzien van een inleiding, zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Snijder-Hazelhoff

De adjunct-griffier van de commissie, Van Eck

I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD

De leden van de VVD-fractie hebben kennis genomen van het ontwerpbesluit, en hebben geen vragen of opmerkingen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PvdA

De leden van de PvdA-fractie hebben kennis genomen van het ontwerpbesluit, en hebben geen vragen of opmerkingen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PVV

De leden van de PVV-fractie hebben kennis genomen van het ontwerpbesluit, en hebben geen vragen of opmerkingen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA

De leden van de CDA-fractie hebben kennis genomen van het ontwerpbesluit, en hebben geen vragen of opmerkingen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SP

De leden van de SP-fractie hebben kennis genomen van het ontwerpbesluit, en hebben enkele vragen en opmerkingen. De leden van de SP-fractie kunnen instemmen met een verbetering van de informatieverstrekking. Hoe beter het inzicht in de risico’s, hoe beter deze beheersbaar zijn.

De leden hebben slechts de vraag waarom de verwijzing naar het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in het besluit wordt geschrapt. Het lijkt de leden van de SP niet meer dan logisch dat het onafhankelijke RIVM over de informatie beschikt. Zij beoordelen en adviseren immers onder gezag van het Rijk de risico’s op externe veiligheid. Welke aanleiding ziet de staatssecretaris om het beheer van het risicoregister ooit in de toekomst aan een andere instantie te laten?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van D66

De leden van de D66-fractie hebben kennis genomen van het ontwerpbesluit, en hebben geen vragen of opmerkingen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van GroenLinks

De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennis genomen van het ontwerpbesluit, en hebben geen vragen of opmerkingen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de ChristenUnie

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennis genomen van het ontwerpbesluit, en hebben geen vragen of opmerkingen.

II. Reactie van de staatssecretaris

Vragen:

De leden van de SP-fractie hebben kennis genomen van het ontwerpbesluit en kunnen instemmen met een verbetering van de informatieverstrekking, doch de leden hebben hierbij de vraag waarom de verwijzing naar het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in het besluit wordt geschrapt. Het lijkt de leden van de SP niet meer dan logisch dat het onafhankelijke RIVM over de informatie beschikt. Zij beoordelen en adviseren immers onder gezag van het Rijk de risico’s op externe veiligheid. Welke aanleiding ziet de staatssecretaris om het beheer van het risicoregister ooit in de toekomst aan een andere instantie te laten?

Antwoorden:

Het gaat bij de onderhavige wijziging van het Registratiebesluit externe veiligheid om een vervanging van de beheersorganisatie – waarbij het niet gaat om beleidsmatige of inhoudelijke activiteiten, maar om logistieke activiteiten die verband houden met het aanvoeren , opslaan en op risicokaarten reproduceren van gegevens op basis van het Registratiebesluit externe veiligheid. De werkzaamheden vergen een deels zeer specialistische aandacht, met een sterke ICT-component.

Bedoelde activiteiten worden met de onderhavige besluitswijziging ondergebracht bij de Gemeenschappelijke beheersorganisatie (GBO) van het IPO. Hetgeen onverlet laat dat het RIVM zijn inhoudelijke betrokkenheid bij dit instrument behoudt – het RIVM voert regelmatig analyses van de data uit, o.a. ten behoeve van monitoring – en daarmee ook zijn toegang tot alle data in het risicoregister gevaarlijke stoffen (RRGS).

Vooralsnog is er ook geen enkele aanleiding om de GBO van het IPO in de toekomst te vervangen als beheersorganisatie, mede omdat in de Wet veiligheidsregio’s de verplichting voor het opstellen van risicokaarten glashelder bij de provincies ligt, en de GBO van het IPO haar beheerstaken naar behoren uitvoert.

Naar boven