29 362 Modernisering van de overheid

Nr. 295 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 juni 2021

Op 5 maart jl. heeft uw Kamer de kabinetsreactie op de rapporten Werk aan Uitvoering ontvangen1. De kabinetsreactie beschrijft op hoofdlijnen de benodigde aanpak en beweging om de dienstverlening van de overheid te verbeteren. Doel is ervoor te zorgen dat overheidsdienstverlening optimaal aansluit bij behoeften en verwachtingen van burgers en bedrijven, nu en in de toekomst. Werk aan Uitvoering richt zich op de grote vraagstukken: overheidsbrede dienstverlening, maatwerk en digitalisering. Doenlijke en uitvoerbare wet- en regelgeving en het samenspel tussen politiek, beleid en uitvoering. Samenwerking en besturing tussen en binnen overheidsorganisaties en prioriteit geven aan en werken binnen de publieke dienstverlening in alle domeinen.

Overheidsbrede Werkagenda voor de publieke dienstverlening

De in de kabinetsreactie aangekondigde overheidsbrede Werkagenda voor de publieke dienstverlening (verder: Werkagenda) is inmiddels verder uitgewerkt in concrete acties. Met deze brief stuur ik uw Kamer namens mijn collega’s deze uitwerking toe2. Het programma Werk aan Uitvoering zorgt voor de realisatie van deze Werkagenda en de bijbehorende acties. De inzet is om bij de realisatie steeds het perspectief van burgers en bedrijven centraal te stellen en de acties daar continu aan te toetsen, bijvoorbeeld via burgerpanels.

Gezamenlijk

De Werkagenda is geformuleerd en wordt uitgevoerd door departementen, uitvoeringsorganisaties, provincies en gemeenten samen. De Werkagenda bestendigt waar het goed gaat en verbetert waar we als overheid tekort schieten. Door met een resultaatgerichte focus, in onderlinge samenwerking acties uit te voeren, willen we een krachtige beweging opbouwen.

Samenhang

Het versterken van de publieke dienstverlening en de uitvoering is een continue opgave waar organisaties dagelijks mee bezig zijn. Daarvoor bestaan al verschillende verbeteracties, lopende trajecten, projecten en programma’s. Denk hierbij onder andere aan de maatregelen in de kabinetsreactie POK en de kabinetsreactie op het ongevraagd advies van de Raad van State over de ministeriële verantwoordelijkheid. Het programma en de Werkagenda komt niet in de plaats van deze lopende trajecten, projecten en programma’s, maar ondersteunt ze waar mogelijk en draagt bij aan de samenhang en zichtbaarheid hiervan. Op deze manier maken ze onderdeel uit van de brede beweging die Werk aan Uitvoering beschrijft. In de bijgevoegde actielijst is deze samenhang aangegeven. Door dit overzicht continu te actualiseren, houden we een actueel en integraal overzicht van de lopende activiteiten gericht op het versterken van de publieke dienstverlening en de uitvoering.

Investering

In de kabinetsreactie3 op het rapport van de POK zijn al enkele maatregelen en financiële middelen aangekondigd die vooruitlopen op, en samenhangen met de maatregelen die in de kabinetsreactie op de rapporten «Werk aan Uitvoering» staan vermeld. Hoewel nog niet allesomvattend (bijvoorbeeld de benodigde investeringen bij mede-overheden zoals gemeenten en andere uitvoeringsorganisaties) is met het rapport «kwantificering Werk aan Uitvoering» in beeld gebracht welke budgetten vier grote uitvoeringsorganisaties (Belastingdienst, UWV, SVB en DUO) verwachten nodig te hebben, en wat benodigd is voor een aantal rijksbrede investeringen4. De benodigde beweging vraagt om aanzienlijke investeringen. Investeringen die randvoorwaardelijk zijn voor de continuïteit van de uitvoering en dienstverlening en het daadwerkelijk in de praktijk brengen van de Werkagenda. Het is aan een volgend kabinet om verdere afspraken te maken over eventuele extra investeringen.

Horizon

De ambities zijn niet van vandaag op morgen gerealiseerd. Wij zetten in op duurzame verbetering van het overheidshandelen in de volle breedte met een horizon van tien jaar. We moeten samen aan de slag om de publieke dienstverlening en de uitvoering te versterken. Het huidige kabinet zal, met inachtneming van haar demissionaire status, doen wat nodig is binnen wat mogelijk is. Daarnaast is het van belang dat we in gezamenlijkheid, in de komende kabinetsperiode maar ook daarna, richting en uitvoering geven aan de Werkagenda. Daarbij betrekken we de inmiddels gestarte trialoog-gesprekken (waaraan beleid, uitvoering en politiek – onder wie enkele Kamerleden als gelijkwaardige gesprekspartners deelnemen om dilemma’s in de uitvoering te bespreken) en de waardevolle inzichten uit het rapport «Klem tussen balie en beleid» van de Tijdelijke Commissie Uitvoeringsorganisaties.

Ik bied uw Kamer graag de mogelijkheid om in een technische briefing een toelichting te krijgen op de overheidsbrede Werkagenda voor de publieke dienstverlening en de voorgestelde aanpak.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees


X Noot
1

Kamerstuk 29 362, nr. 290.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
3

Kamerstuk 35 510, nr.4.

X Noot
4

Kamerstuk 29 362, nr. 292.

Naar boven