Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 november 2020
Met deze brief zend ik u het adviesrapport «Het rolling-grantfonds. Kloppend hart
voor ongebonden onderzoek» dat ik op 16 oktober jl. in ontvangst heb mogen nemen van
de adviescommissie van Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (hierna:
KNAW) onder leiding van prof. dr. ir. Bert Weckhuysen1. Met deze brief kom ik tegemoet aan de toezegging die ik heb gedaan tijdens het begrotingsdebat
van 15 oktober 2020.2 De belangrijkste adviezen uit het adviesrapport licht ik u hieronder kort toe.
Het rapport geeft aan dat het Nederlandse wetenschappelijk onderzoek van wereldklasse
is, maar dat grensverleggende, doorlopende onderzoekslijnen de afgelopen decennia
in de knel zijn gekomen. Door zogenoemde «projectificering» is de Nederlandse wetenschap
versnipperd geraakt en is er gebrek aan continuïteit. De KNAW-commissie adviseert
met klem om het evenwicht in het wetenschapssysteem terug te brengen, tussen vrij
en ongebonden en strategisch onderzoek en om de balans terug te brengen tussen zekerheid
voor onderzoekers en gezonde competitie.
Om de lasten in het wetenschapssysteem te verminderen (te veel aanvragen, te weinig
honoreringen), ervoor te zorgen dat innovatief ongebonden onderzoek wordt gedaan en
om te borgen dat onderzoekslijnen over een langere periode kunnen worden ontwikkeld,
stelt de KNAW-commissie een structureel fonds in de universitaire basisfinanciering
voor ongebonden onderzoek voor. Dit fonds voorziet universitaire docenten, universitaire
hoofddocenten en hoogleraren met een vaste aanstelling van «eigen» werkkapitaal in
de vorm van een onderzoeksbeurs. Deze beurs kunnen zij op verschillende momenten in
hun wetenschappelijke loopbaan inzetten voor onderzoek. Aanvullende financiering dienen
universitaire docenten, universitaire hoofddocenten en hoogleraren met vaste aanstelling
te verwerven via competitie. Het fonds is dus complementair aan persoons- en projectgebonden
onderzoekssubsidies van bijvoorbeeld NWO en de European Research Council.
De KNAW-commissie schat het benodigde jaarlijkse budget voor het structurele fonds
in de universitaire basisfinanciering voor ongebonden onderzoek op ruim een half miljard
euro. Daarbij geeft de KNAW-commissie aan dat met een verschuiving van bestaande middelen
de introductie van het fonds problemen elders in het wetenschapssysteem zal creëren
of vergroten. De doelstelling van het fonds wordt dan niet bereikt. Het is volgens
de KNAW-commissie dus niet mogelijk de status quo te verbeteren zonder extra middelen.
Het fonds is volgens de KNAW-commissie de Nederlandse wetenschap en wetenschappers
noodzakelijk voor het gewenste vertrouwen en de continuïteit om werkelijk baanbrekend
fundamenteel en toegepast onderzoek te doen. Net als het KNAW-adviesrapport Evenwicht
in het wetenschapssysteem3 beklemtoont het onderhavige adviesrapport dat stabiliteit en rust in het wetenschapssysteem
alleen kan worden gerealiseerd door het ongebonden onderzoek voldoende te versterken
in zowel de eerste geldstroom – met dit structurele fonds in de universitaire basisfinanciering –
als de tweede geldstroom. Wat betreft de tweede geldstroom is volgens de KNAW-commissie
bij NWO aanvullend budget nodig om een gelijkwaardige pijler voor ongebonden onderzoek
te realiseren naast die voor strategisch onderzoek.
Tot slot, zoals uw Kamer weet, ben ik verantwoordelijk voor het wetenschapsbestel.
Ik onderschrijf de conclusie van het rapport dat het belangrijk is om meer evenwicht
in het wetenschapssysteem te brengen, tussen vrij en ongebonden en strategisch onderzoek.
Deze materie is echter complex en de weging is aan een nieuw kabinet. Bij de aanbieding
van het rapport kreeg ik een heldere toelichting van de heer Weckhuysen. Ik geef u
dan ook de suggestie mee om de heer Weckhuysen uit te nodigen bij de commissie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor een technische briefing.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven