29 338 Wetenschapsbudget

Nr. 153 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 juni 2016

Hierbij zend ik u de strategische agenda 2016–2020 van de KNAW, «wetenschap verbindt»1 en mijn reactie daarop.

1. Inleiding

Conform de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW) stelt de KNAW eens in de vier jaar een strategisch (instellings)plan op. Op 30 maart jl. heeft de KNAW mij de strategische agenda aangeboden. De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) heeft drie kerntaken.

  • 1. Ze verenigt excellente wetenschappers in het genootschap en biedt hun een podium,

  • 2. ze adviseert de regering over onder meer het gebruik van wetenschap voor beleid,

  • 3. ze is verantwoordelijk voor 15 instituten op het gebied van geesteswetenschappen, sociale wetenschappen en levenswetenschappen.

De KNAW zet in haar strategische agenda een aantal ambities neer. De KNAW wil de komende jaren de verbindingen versterken tussen wetenschapsgebieden en wetenschappelijke organisaties, tussen wetenschap en samenleving en tussen de drie Akademies (KNAW zelf, Akademie van Kunsten, Jonge Akademie) en de instituten.

De KNAW geeft aan dat verbinden in de wetenschap niet kan zonder oog voor diversiteit, zowel in de breedte – alfa, bèta en gamma – als in de diepte: van fundamenteel tot en met toegepast en praktijkgericht onderzoek. Diversiteit is ook cruciaal bij de samenstelling van onderzoeksteams: in gender, culturele achtergrond, leeftijd en onderzoeksdomein. Ik ben verheugd dat de KNAW van het verbinden op alle vlakken haar kernboodschap maakt. Dit verbinden komt expliciet aan de orde in de eerste van de zeven ambities die de KNAW formuleert. Dat sluit zeer goed aan op de inzet van OCW op de Wetenschapsagenda en geest waarbinnen in de kenniscoalitie gewerkt wordt aan de implementatie van die Wetenschapsagenda Door «verbinden» het hart te maken van de strategie van de KNAW benadrukt de KNAW het belang van de positie van de wetenschap in oplossen van de maatschappelijke vraagstukken. Ik deel de ambities van de KNAW. Op een aantal ga ik hieronder specifiek in.

Bevindingen op hoofdlijnen

De KNAW heeft drie kerntaken: forumfunctie en organisatie, de adviesfunctie en de instituten. Het doet mij genoegen te constateren dat de KNAW voor wat betreft de forumfunctie, organisatie en de instituten nagenoeg alle aanbevelingen die zijn gedaan in de evaluatie van de KNAW (Kamerstuk 29 338, nr. 134) en die voortvloeiden uit mijn reactie op die evaluatie heeft overgenomen.

De ambities die de KNAW formuleert met betrekking tot de forumfunctie, ambassadeur voor de wetenschap, podium voor wetenschappers, initiator, inspirator en expert op het gebied van wetenschapscommunicatie spreken mij aan.

Wat betreft de instituten is in de Wetenschapsvisie een periodieke evaluatie aangekondigd van het stelsel van instituten van NWO en KNAW. Hierbij wordt ook gekeken naar de responsiviteit (in hoeverre sluiten de instituten aan op de mondiale kennisontwikkeling, op de NWA, de topsectoren en grand challenges) en naar de dynamiek in het stelsel als geheel. De ambitie die de KNAW met betrekking tot de instituten formuleert sluit daar goed op aan.

De KNAW zet voor wat betreft haar adviestaak in op drie categorieën van advisering: wetenschap voor beleid («science for policy»), beleid voor wetenschap («policy for science») en verkenningen («foresight»). Daarbij wil de KNAW vooral internationale samenwerking met andere koepels in Europa en daarbuiten aangaan. Over de focus in de advisering en de samenwerking daarbij met andere partijen merk ik het volgende op.

Als genootschap van vooraanstaande wetenschappers is de KNAW van oudsher bij uitstek geëquipeerd om vanuit de stand van de wetenschap te adviseren over specifiek beleid (science for policy) bijvoorbeeld op het terrein van vrede en veiligheid. Dat de KNAW deze advisering in internationaal verband op wil pakken, kan zeker bijdragen aan de kwaliteit en de impact van de adviezen. De KNAW geeft aan hierbij prioriteit te willen geven aan de activiteiten die de Europese Commissie onder het nieuwe Scientific Advisory Mechanism (SAM) gaat ontwikkelingen. Dit brengt focus aan in de advisering en ook dat is een positieve ontwikkeling. Daarbij vind ik het wel van belang dat de beleidsvraagstukken die in Nederland prioriteit genieten goed aansluiten op de onderwerpen op de Europese agenda. Ik heb in de beleidsreactie op de evaluatie van de KNAW al aangegeven dat de KNAW meer focus moet aanbrengen in de onderwerpen waarop zij adviseert en zich vooral te richten op de zogeheten science for policy adviezen.

Tegelijkertijd is al diverse malen opgemerkt dat er in het advieslandschap in Nederland vele partijen actief zijn.2 Samenwerking tussen deze partijen is van belang om focus in de advisering aan te brengen en de impact van adviezen te vergroten. De KNAW dient een duidelijke positie in het landschap in te nemen die complementair is aan de adviezen van de AWTI. Daar waar de AWTI zich vooral richt op de maatschappelijke en economische aspecten van het wetenschap-, technologie- en innovatiebeleid, vervult de KNAW een complementaire functie door te adviseren over (de effecten van) het wetenschapsbeleid op het wetenschapsbestel en de wetenschapsbeoefening.

Voor wat betreft de relatie tussen de KNAW en het Rathenau Instituut merk ik op dat de adviezen van de KNAW aan betekenis en impact kunnen winnen wanneer deze zijn gebaseerd op empirische onderbouwingen die volgen uit onderzoeken van het Rathenau Instituut. Een goed voorbeeld hierbij dat ik heb gezien is het KNAW-advies «Ruimte voor ongebonden onderzoek» waarbij de samenwerking met het Rathenau Instituut heeft gezorgd voor de empirische onderbouwing onder de conclusies en aanbevelingen uit het advies. De samenwerking «tussen de diverse actoren op het terrein van advisering over wetenschap blijft een aandachtspunt voor OCW.

Al met al ben ik van mening dat de KNAW een goede koers vaart met haar strategische agenda en ik verwacht dat de rol van verbinden en verbinder de KNAW in de toekomst nog meer een partner van belang zal maken voor andere partijen in het wetenschappelijke en maatschappelijke domein

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Ambtelijke Commissie Heroverweging (2014), IBO Wetenschappelijk onderzoek en Wetenschapsvisie 2025: keuzes voor de toekomst.

Naar boven