Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 oktober 2011
Naar aanleiding van het verzoek van uw vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie om een kabinetsreactie
op het artikel «Duitse deskundigen: voorzichtig met nanomaterialen» stuur ik u mijn reactie, mede namens de staatssecretaris
van Infrastructuur en Milieu.
In het blogartikel op de internetsite «Nanoplaza» wordt verwezen naar een rapport van de Duitse Milieuadviesraad (SRU). Het
kabinet is bekend met dit rapport en onderschrijft het belang van voldoende ruimte voor innovatie enerzijds en anderzijds
het belang om in een zo vroeg mogelijk stadium eventuele risico’s te identificeren en reduceren. Ook is het kabinet met de
SRU van mening dat voorzorg en transparantie vanuit het bedrijfsleven van belang zijn.
Het kabinet herkent zich niet in het standpunt van de auteur van het blogartikel dat Nederland in de EU een afwachtende houding
aanneemt. Dit blijkt ook uit de op 23 september 2011 gestuurde kabinetsbrief aan uw Kamer1. Het kabinet, met steun van uw Kamer, is van mening dat een aanpak van de problematiek op EU-niveau de voorkeur heeft en
dat Nederland voldoende redenen en aanknopingspunten heeft om nu stevig in te zetten op de risicobeheersing van nanomaterialen
via de EU2. De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu heeft in de Milieuraad van 21 juni 2011 aangegeven dat er, zo snel als
mogelijk is, en op Europees niveau, een definitie, een overzicht van toepassingen, en een instrumentarium voor risicoanalyse
moeten komen. In de Milieuraad van 21 juni kreeg Nederland steun voor zijn oproep aan de Europese Commissie van Frankrijk,
Zweden, Italië, België en Oostenrijk. Duitsland heeft zich onthouden van een formeel standpunt.
De stakeholdersdiscussie wordt vanuit de overheid al geruime tijd verzorgd in de Klankbordgroep Risico’s Nanomaterialen, waarin
o.a. vertegenwoordigers van bedrijfsleven, milieu- en consumentenorganisaties, vakbonden, inspecties en departementen standpunten
en informatie uitwisselen. De betrokken organisaties hebben recent nog aangegeven tevreden te zijn over het functioneren van
deze Klankbordgroep en de overleggen graag te willen voortzetten. Daarnaast hebben diverse stakeholders actief geparticipeerd
in de door de Commissie Maatschappelijke Dialoog Nanotechnologie georganiseerde 35 projecten.
Voor wat betreft de resultaten van deze Maatschappelijke Dialoog verwijs ik eveneens naar de kabinetsbrief van 23 september
2011.
De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
M. J. M. Verhagen