nr. 36
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR JEUGD EN GEZIN EN STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID,
WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 juni 2009
Recent hebben wij het onderzoek «Zwerfjongeren (z)onder dak, een
Casusonderzoek naar de overstap van Jeugdzorg naar Maatschappelijke Opvang»
ontvangen. Het onderzoek is als bijlage bij deze brief gevoegd.1
Wij hebben dit onderzoek geïnitieerd om de knelpunten in de aansluiting
tussen jeugdzorg en maatschappelijke opvang boven water te krijgen; daarom
is in het bijzonder gekeken naar situaties waar het «niet goed»
is gegaan. Doel was om verbeterpunten aan het licht te brengen.
De conclusies van het onderzoek zijn niet mis te verstaan.
De levensgeschiedenissen van zwerfjongeren laten zien dat het gaat om
zeer kwetsbare jongeren, met problemen op verschillende levensgebieden. Vaak
is er sprake van psychische problemen, schulden, verslaving en andere problematiek.
Voorkomen moet worden dat zwerfjongeren een «zorgcarrière»
ontwikkelen.
Er zijn veel partijen met verschillende verantwoordelijkheden bij de hulp
en opvang van zwerfjongeren betrokken. Belangrijk is dat gewerkt wordt vanuit
het idee «de cliënt centraal». De ervaring leert dat dat
niet «automatisch» gebeurt.
Er is een extra inspanning nodig om de hulpverlening en opvang van zwerfjongeren
goed te laten verlopen.
Ook de onderzoeken van de Algemene Rekenkamer en signalen uit het veld
tonen dat aan.
Het bijgevoegde onderzoek vormt het centrale agendapunt voor een deze
zomer te houden bestuurlijk overleg met vertegenwoordigers van de VNG, het
IPO, de Federatie Opvang en de MOGroep. Dit ook ter inlossing van de toezegging
van de Minister voor Jeugd en Gezin van 14 mei 2008.
Onze ambitie tijdens dat bestuurlijk overleg zal zijn om «alle zwerfjongeren
van de straat» te krijgen, door gezamenlijk met partijen een «plan
van aanpak zwerfjongeren» op te stellen.
Over de uitkomsten van dit overleg wordt u zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
De minister voor Jeugd en Gezin,
A. Rouvoet
De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. Bussemaker